Gebruik
Veiligheidsinrichtingen
De veiligheidsinrichtingen mogen niet worden verwijderd of om-
zeild. Controleer alle veiligheidsinrichtingen voordat u het werktuig
gaat gebruiken.
Onbeschermde machineonderdelen kunnen ernstige en zelfs do-
delijke verwondingen veroorzaken.
Meerijden op de machine is verboden
Transporteer geen personen of objecten op de machine.
Meerijden op de machine is levensgevaarlijk en streng verboden.
Controle van de directe omgeving
Controleer voordat u wegrijdt, de machine uitklapt of in werking
stelt, altijd eerst de directe omgeving van de machine. Zorg voor
voldoende zicht. Ga pas rijden als u zeker weet dat er zich geen
personen of objecten in de directe omgeving bevinden.
Wanneer de machine wordt gebruikt zonder dat de onmiddellijke
omgeving is gecontroleerd, kunnen er ongevallen worden veroor-
zaakt.
Hoogte van de machine en bovengrondse leidingen
Wanneer bij het in- en uitklappen een hoogte van 4,00 m wordt
overschreden, klap de machine dan in geen geval in en uit in de
buurt van stroomvoerende bovengrondse leidingen! De spanning
kan overspringen. Wanneer u met de machine een stroomvoe-
rende bovengrondse leiding heeft geraakt, houd u dan aan de vol-
gende regels:
•
Verlaat de tractorcabine niet.
•
Raak geen metalen delen van de tractor aan.
•
Breng geen geleidende verbinding met aarde tot stand.
•
Waarschuw omstanders dat ze uit de buurt van de tractor en de
machine moeten blijven.
•
Wacht op de hulp van professionele reddingswerkers, omdat de
stroomvoerende bovengrondse leiding eerst stroomloos moet
worden gemaakt.
Ook mag u nooit onder stroomvoerende bovengrondse leidingen op
de machine klimmen.
De spanning kan ook zonder directe aanraking overspringen.
Gebruik
85