Inhoudsopgave
Advertenties
R i j p a d ? r i t m e
P r i n c i p e s
Het rijpadritme bepaalt wanneer er rijpaden op het veld worden aan-
gelegd. Het aantal geblokkeerde zaaielementen wordt bepaald door
de spoorbreedte en de bandbreedte van de tractor die u voor het mes-
ten en spuiten gebruikt. In de fabriek zijn alle instellingen afgestemd
op de gegevens die u bij bestelling van de machine heeft verstrekt.
Wanneer de werkbreedte van het gewasverzorgingswerktuig of de
spoorbreedte van de tractor verandert, dient u contact op te nemen
met uw handelaar.
Voordat u de rijpaden gaat aanleggen, moet er mogelijk enkele wijzi-
gingen aan de zaaimachine worden aangebracht. Dit is het geval,
wanneer u de machine wilt gebruiken met een gewasverzorgings-
werktuig met een andere breedte dan het werktuig dat u tot nu toe
heeft gebruikt. Meestal moeten er dan extra magneetkleppen worden
gemonteerd of moeten de aanwezige magneetkleppen worden aan-
gepast. Indien dit nodig is, laat de aanpassingen dan uitvoeren voor-
dat u de rijpaden gaat aanleggen.
Het rijpadritme is afhankelijk van de verhouding tussen de werk-
breedte van het gewasverzorgingswerktuig en de werkbreedte van de
zaaimachine.
Voorbeeld van de berekening van het rijpadritme
Werkbreedte van de veldspuit
Werkbreedte van de zaaimachine
Berekening
Hieruit resulterend rijpadritme
De verhouding tussen de werkbreedten kan ook zo zijn, dat er een re-
kenkundige rest overblijft. Nadere bijzonderheden over het werken
met de verschillende rijpadritmen kunt u vinden in de paragraaf
»Ritme selecteren« van dit hoofdstuk.
FGS
20 m
4 m
20/4 = 5
5
41
Advertenties
Inhoudsopgave
