Gebruik
Z a a i e n
W e r k s t a n d e n g e -
b r u i k
W e r k s n e l h e i d
86
Alarm voor het ventilatortoerental inschakelen
•
Als u zaait met de ESA-software, schakel dan tijdens het zaaien
het "rpm"-alarm altijd in, omdat de doseerderaandrijving anders
ook gestart kan worden, wanneer de ventilatoraandrijving uitge-
schakeld is.
•
Bij het zaaien met Signus tijdens het zaaien Signus altijd inge-
schakeld laten, omdat anders geen alarmmeldingen afgegeven
kunnen worden.
Het in- en uitklappen van de werktuigen en markeurs alsmede de
keer-, werk- en transportstand van de machine worden uitvoerig be-
schreven in het hoofdstuk »Hydraulische installatie«.
Roep tijdens het zaaien de benodigde informatie op via de elektroni-
sche besturing.
Controleer voordat u gaat zaaien, altijd eerst de invoerwaarden met
behulp van de elektronische besturing.
Zet de machine in de werkstand.
→ Hoofdstuk »Hydraulische installatie«, paragraaf »Transportstand
of werkstand«, blz. 31
Schakel de terminal in.
Schakel de ventilator in.
Begin met zaaien.
Elektronische besturing
Zodra de doseerder wordt aangedreven, geeft de elektronische bestu-
ring automatisch de gewenste informatie weer. Afhankelijk van de be-
sturing ziet u op het display:
•
De actuele doseerhoeveelheid [kg/ha]
•
de actuele informatie over de rijsnelheid
•
alle gegevens met betrekking tot de zaaihoeveelheid per hectare
•
Gegevens over het toerental en de zaaias
Let tijdens het zaaien op de werksnelheid. De mogelijke werksnelheid
binnen het gebied van 5 - 15 km/u is afhankelijk van de hoeveelheid
te zaaien zaad.