Hydraulische installatie
G e b r u i k
I n g e b r u i k n e m i n g
O p n i e u w i n w e r k i n g
s t e l l e n
38
Hydraulische aansluitingen controleren
Controleer voor gebruik zorgvuldig of de hydraulische slangverbin-
dingen en de hydraulische slangen in orde zijn.
Als de slangen niet goed zijn vastgeschroefd of beschadigd zijn,
kan er onder druk hete olie naar buiten komen. Dit kan ernstige ver-
wondingen veroorzaken.
Gehoorbeschermers dragen
Draag bij werkzaamheden in de buurt van de draaiende ventilator
gehoorbeschermers.
Door lawaai kan het gehoor tijdelijk of blijvend beschadigd raken.
Wanneer het werktuig in gebruik wordt genomen met koude olie,
geldt:
•
Het toerental blijft automatisch oplopen tot de hydraulische olie op
bedrijfstemperatuur is.
•
Pas wanneer het ventilatortoerental stabiel blijft, is de instelling
voltooid.
Controleer het ventilatortoerental tijdens het instellen voortdurend
op de elektronische besturing.
→ Aparte handleiding van de elektronische besturing.
Wanneer het werktuig opnieuw in werking wordt gesteld met koude
olie, geldt:
•
Gedurende de opwarmfase is het ventilatortoerental iets hoger.
•
Na korte tijd stabiliseert het ventilatortoerental zich op de bij
ingebruikneming ingestelde waarde.