Onderhoud
2
1
3
Figuur 50
1. Minkabel (zwart)
2. Pluskabel (rood)
Accu monteren
1.
Plaats de accu op het chassis (fig. 50).
2.
Monteer de bevestigingsbeugels voor de accu.
3.
Sluit de pluskabel (rood) aan op de pluspool (+)
van de accu en draai de moer vast (fig. 50).
4.
Sluit de minkabel (zwart) aan op de minpool (-)
van de accu en draai de moer vast (fig. 50).
44
m–3766
3. Bevestigingsbeugel
Accu opladen
Belangrijk: Zorg dat de accu altijd volledig
geladen is (soortelijk gewicht 1,260).
Dit is vooral belangrijk om
beschadiging van de accu te
voorkomen bij temperaturen
onder 0 C.
1.
Accu uit het chassis verwijderen, zie Accu
verwijderen, pagina 43.
2.
Controleer het zuurpeil, zie Zuurpeil controleren,
pagina 42, stap 2 - 4.
3.
Verwijder het cellendeksel van de accu en sluit
een batterijlader van 3 - 4 A aan op de
accupolen. Laad de accu gedurende 4 uur op met
4 A of minder (12 V). De accu niet overladen.
Het cellendeksel weer aanbrengen nadat de
batterij volledig opgeladen is.
MOGELIJK GEVAAR
Bij het opladen van de accu komen gassen
vrij.
WAT ER KAN GEBEUREN
Accugassen kunnen exploderen.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Sigaretten, vonken en vlammen uit de
buurt van de accu houden.
4.
Monteer de accu in het chassis, zie Accu
monteren, pagina 44.