3.
Open beide aftapkranen onder aan de radiateur
en laat de koelvloeistof in een opvangbak lopen.
Als er geen koelvloeistof meer uitstroomt, sluit u
de aftapkranen. De afgetapte koelvloeistof op
milieuverantwoorde wijze afvoeren.
4.
Vul de radiateur langzaam met een
50/50 mengsel van water en permanente
ethyleenglycol antivries. De radiateur helemaal
vullen. Draai de dop weer op de radiateur.
5.
Vul het reservoir langzaam totdat het peil de
bovenste lijn bereikt. NIET OVERVULLEN.
Draai de dop op het reservoir.
6.
Start de motor. Om het koelsysteem te
ontluchten, parkeert u de tractor op een helling
met de achterwielen ca. 152 mm hoger dan de
voorwielen. Stel de parkeerrem in werking. Laat
de motor lopen totdat hij warm is.
7.
Parkeer de tractor op een vlakke ondergrond en
controleer het koelvloeistofpeil in het reservoir
opnieuw nadat de motor is afgekoeld. Indien
nodig koelvloeistof bijvullen, zie Koelsysteem
controleren, pagina 12.
Smeren
Onderhoudsinterval/Specificatie
De machine na elke 50 bedrijfsuren of jaarlijks
doorsmeren, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden. Het smeren moet vaker plaatsvinden bij
gebruik in zeer stoffige of zanderige omstandigheden.
Type vet: universeel smeervet.
Methode van smeren
1.
Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking
stellen, hefinrichting laten zakken en de
contactsleutel in de stand "STOP" draaien om de
motor te stoppen. Verwijder de sleutel uit het
contactslot.
2.
Smeernippels schoonmaken met een doek.
Indien nodig verf van de voorkant van de nippels
afkrabben.
3.
Een vetspuit op de smeernippel zetten en vet in
de smeernippel pompen totdat wat vet bij de
lagers naar buiten komt.
4.
Overtollig vet wegvegen.
Waar moet gesmeerd worden
1.
Smeer de assen van de wielophangingen links en
rechts totdat er wat nieuw vet bij de lagers naar
buiten komt (fig. 28).
2.
Smeer het draaipunt van de vooras (fig. 28).
Figuur 28
Onderhoud
m–3240
31