7.2
Foutmeldingen (Stroombron)
Een storing in de lasapparatuur wordt weergegeven doordat het controlelampje voor
verzamelstoringen gaat branden en een storingscode (zie tabel) wordt weergegeven op de
display van de besturing. Bij een apparaatstoring wordt de voeding uitgeschakeld.
•
Treden er meerdere storingen op, dan worden deze achter elkaar weergegeven.
•
Houd een documentatie bij van de optredende fouten van het lasapparaat en geef deze zonodig aan
het onderhoudspersoneel.
Foutmelding
E 0
E 4
E 5
E 6
E 7
E 9
E12
E13
E14
E15
E23
E32
E33
E34
E37
E40
E55
E58
099-005545-EW505
20.10.2017
Mogelijke oorzaak
Startsignaal bij fout gezet
Temperatuurstoring
Te hoge netspanning
Te lage netspanning
Fout in de elektronica
Secundaire te hoge spanning
Storing spanningsreductie (VRD)
Fout in de elektronica
Afregelfout van de
stroomregistratie
Fout in de elektronische voedings-
spanningen
Temperatuurstoring
Fout in de elektronica
Afregelfout van de
spanningsregistratie
Fout in de elektronica
Temperatuurstoring
Motorfout
Uitval van een stroomfase
Kortsluiting in lasstroomcircuit
Verhelpen van storingen
Foutmeldingen (Stroombron)
Oplossing
Toortsknop resp. voetafstandsbediening niet
indrukken
Laat het apparaat afkoelen
Schakel het lasapparaat uit en controleer de
netspanning
Schakel het apparaat uit en weer in.
Blijft de storing bestaan, waarschuw dan de
servicedienst
Schakel het lasapparaat uit, leg de
elektrodehouder op een geïsoleerde ondergrond
en schakel het lasapparaat weer in. Blijft de
storing bestaan, waarschuw dan de servicedienst
Schakel het apparaat uit en weer in.
Blijft de storing bestaan, waarschuw dan de
servicedienst
Laat het apparaat afkoelen
Schakel het apparaat uit en weer in.
Blijft de storing bestaan, waarschuw dan de
servicedienst
Schakel het lasapparaat uit, leg de
elektrodehouder op een geïsoleerde ondergrond
en schakel het lasapparaat weer in. Blijft de
storing bestaan, waarschuw dan de servicedienst
Schakel het apparaat uit en weer in.
Blijft de storing bestaan, waarschuw dan de
servicedienst
Laat het apparaat afkoelen
Draadtoevoeraandrijving controleren,
apparaat uit- en opnieuw inschakelen. Blijft de
storing bestaan, waarschuw dan de servicedienst
Schakel het lasapparaat uit en controleer de
netspanning
Schakel het apparaat uit en controleer de
correcte installatie van de lasstroomkabels, bijv.:
elektrodehouder geïsoleerd wegleggen;
demagnetiseringsstroomkabel losklemmen.
53