Opbouw en functie
MIG/MAG-lassen
Afhankelijk van de diameter en het type draadelektrode moet een draadgeleidingsspiraal of
draadgeleidingskern met passende binnendiameter in de lastoorts worden gemonteerd!
Aanbeveling:
•
Gebruik een stalen draadgeleidingsspiraal voor het lassen van harde ongelegeerde draadelektroden
(staal).
•
Gebruik een chroomnikkel draadgeleidingsspiraal voor het lassen van hooggelegeerde
draadelektroden (CrNi).
•
Gebruik een draadgeleidingskern, bijv. kunststof- of teflonkern, voor het lassen of solderen van zachte
of hooggelegeerde draadelektroden, of aluminium materialen.
Voorbereiding voor de aansluiting van lastoortsen met geleidespiraal:
•
Centrale aansluiting op correct vastzitten van de capillaire buis controleren!
Voorbereiding voor de aansluiting van lastoortsen met draadgeleidingskern:
•
Capillaire buis aan zijde van draadaanvoer in de richting van de eurocentrale aansluiting uitschuiven
en daar uitnemen.
•
Geleidebuis van de draadgeleidingskern vanuit de eurocentrale aansluiting inschuiven.
•
Centrale stekker van de lastoorts met nog te lange draadgeleidingskern voorzichtig in de eurocentrale
aansluiting steken en met wartelmoer vastschroeven.
•
Draadgeleidingskern met kernsnijder > zie hoofdstuk 9 net vóór de draadtoevoerrol afsnijden.
•
Centrale stekker van de lastoorts losmaken en eruit trekken.
•
Afgesneden uiteinde van de draadgeleidingskern met een slijper voor
draadgeleidingskernen > zie hoofdstuk 9 afbramen en aanpunten.
Bepaalde draadelektroden (bijv. zelfbeschermend vuldraad) zijn met negatieve polariteit te
lassen. In dergelijke gevallen dient men de lasstroomleiding op de lasstroombus „-" en de
werkstukleiding op de lasstroombus „+" aan te sluiten. Volg de aanwijzingen van de
elektrodefabrikant op!
26
099-005545-EW505
20.10.2017