Opbouw en functie
Transport en installatie
5.1.3
Werkstukleiding, algemeen
Verbrandingsgevaar door onvakkundige lasstroomaansluiting!
Door niet-vergrendelde lasstroomstekkers (apparaataansluitingen) of vuil aan de
werkstukaansluiting (verf, corrosie) kunnen deze aansluitpunten en kabels heet worden
en bij aanraking brandwonden veroorzaken!
•
Controleer dagelijks de lasstroomaansluitingen en vergrendel eventuele niet-vergrendelde
aansluitingen.
•
Maak de werkstukaansluitplekken grondig schoon en zorg voor een veilige bevestiging!
Gebruik de constructiedelen van het werkstuk niet als retourleiding van de lasstroom!
5.1.4
Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen
Onvakkundig gelegde lasstroomleidingen kunnen storingen (flakkeren) van de vlamboog
veroorzaken!
Werkstukleiding en slangpakket van lasstroombronnen zonder HF-ontstekingsinrichting
(MIG/MAG) zo lang mogelijk, naast elkaar liggend, parallel leggen.
Werkstukleiding en slangpakket van lasstroombronnen met HF-ontstekingsinrichting (TIG) lang
parallel leggen met een onderlinge afstand van ong. 20 cm om HF-overslag te vermijden.
Over het algemeen moet een minimale afstand van ong. 20 cm of meer worden aangehouden ten
opzichte van leidingen van andere lasstroombronnen om wederzijdse invloeden te vermijden.
Kabellengtes in principe niet langer dan nodig is! Voor optimale lasresultaten max. 30 m.
(werkstukleiding + tussenslangpakket + toortskabel).
Voor elk lasapparaat een eigen werkstukleiding voor het werkstuk gebruiken!
20
VOORZICHTIG
Afbeelding 5-1
Afbeelding 5-2
099-005545-EW505
20.10.2017