Gerelateerde Handleidingen voor EWM Tetrix 150 Synergic Plasma
Samenvatting van Inhoud voor EWM Tetrix 150 Synergic Plasma
- Pagina 1 Bedieningshandleidingen Lasapparaten Tetrix 150 Synergic Plasma 099-007021-EW505 29.07.2015 Register now and benefit! Jetzt Registrieren und Profitieren! www.ewm-group.com...
-
Pagina 2: Algemene Aanwijzingen
+49 2680 181-0. Een lijst met bevoegde dealers vindt u op www.ewm-group.com. De aansprakelijkheid voor het gebruik van deze installatie beperkt zich uitsluitend tot de werking van de installatie. -
Pagina 3: Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave ............................3 2 Veiligheidsrichtlijnen ..........................6 Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding ............6 Verklaring van symbolen ....................... 7 Algemeen ............................8 Transport en installatie ........................ 12 2.4.1 Omgevingscondities ..................... - Pagina 4 Inhoudsopgave Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding 5.10.2.4 Werking „slangpakket spoelen“ ..............41 5.11 TIG-synergic bedieningsprincipe ....................42 5.11.1 Synergische parameterinstelling in het principeschema ..........43 5.11.2 Conventionele parameterinstelling in het principeschema ........... 43 5.11.3 Bedieningsprincipe instellen (conventioneel/synergisch) ..........44 5.11.4 Selecteren soort laswerk ....................
- Pagina 5 Transportsystemen ........................103 Algemene accessoires ....................... 103 Afstandsbediening en accessoires .................... 103 Opties ............................104 Computercommunicatie ......................104 10 Bijlage A .............................. 105 10.1 JOB-List ............................. 105 11 Bijlage B .............................. 109 11.1 Overzicht van EWM-vestigingen ....................109 099-007021-EW505 29.07.2015...
-
Pagina 6: Veiligheidsrichtlijnen
Veiligheidsrichtlijnen Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding Veiligheidsrichtlijnen Richtlijnen voor het gebruik van deze bedieningshandleiding GEVAAR Werk- of gebruiksmethoden die nauwkeurig moeten worden aangehouden om een gerede kans op zwaar letsel of dood door ongeval van personen uit te sluiten. •... -
Pagina 7: Verklaring Van Symbolen
Veiligheidsrichtlijnen Verklaring van symbolen Verklaring van symbolen Symbool Beschrijving Technische bijzonderheden waarmee de gebruiker rekening moet houden. Juist Verkeerd Indrukken Niet indrukken Indrukken en ingedrukt houden Draaien Schakelen Apparaat uitschakelen Apparaat inschakelen ENTER ENTER (menutoegang) ENTER NAVIGATION NAVIGATION (navigeren in het menu) EXIT EXIT (menu verlaten) Tijdweergave (voorbeeld: 4 sec. -
Pagina 8: Algemeen
Veiligheidsrichtlijnen Algemeen Algemeen GEVAAR Elektromagnetische velden! Door de stroombron kunnen elektrische of elektromagnetische velden ontstaan, waardoor elektronische installaties zoals tekstverwerkers, CNC-apparatuur, telecommunicatieleidingen, net-, signaalleidingen en pacemakers niet meer goed kunnen werken. • Onderhoudsvoorschriften in acht nemen - Zie hoofdstuk 6, Onderhoud, verzorging en afvalverwerking! •... - Pagina 9 Veiligheidsrichtlijnen Algemeen WAARSCHUWING Rook en gassen! Rook en gassen kunnen leiden tot ademnood en vergiftigingen! Bovendien kunnen dampen van oplosmiddelen (gechloreerde koolwaterstof) zich door de ultraviolette straling van de vlamboog in giftig fosgeen omzetten! • Zorg voor voldoende frisse lucht! •...
- Pagina 10 Veiligheidsrichtlijnen Algemeen VOORZICHTIG Plichten van de exploitant! Voor het gebruik van het apparaat dient men zich aan de desbetreffende landelijke richtlijnen en wetten te houden! • Nationale omzetting van de kaderrichtlijn (89/391/EWG), evenals de bijbehorende afzonderlijke richtlijnen. • Vooral de richtlijn (89/655/EWG), over de minimumvoorschriften ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid bij gebruik van werkmiddelen door werknemers tijdens het werk.
- Pagina 11 Veiligheidsrichtlijnen Algemeen VOORZICHTIG EMC-classificatie van apparaten In overeenstemming met de norm IEC 60974-10 worden elektromagnetische lasapparaten onderverdeeld in twee klassen van elektromagnetische compatibiliteit - Zie hoofdstuk 8, Technische gegevens: Klasse A apparaten zijn niet bedoeld voor gebruik in woongebieden, waarbij apparaten op het openbare laagspanningsnet worden aangesloten.
-
Pagina 12: Transport En Installatie
Veiligheidsrichtlijnen Transport en installatie Transport en installatie WAARSCHUWING Verkeerde omgang met gasflessen met inert gas! Verkeerde omgang met gasflessen met inert gas kan ernstig letsel en de dood tot gevolg hebben. • Volg de instructies van de gasfabrikant en de gasverordening op! •... -
Pagina 13: Omgevingscondities
Veiligheidsrichtlijnen Transport en installatie 2.4.1 Omgevingscondities VOORZICHTIG Plaats van opstelling! Het apparaat mag niet in de buitenlucht en uitsluitend op een passende, stabiele en vlakke ondergrond opgesteld en gebruikt worden! • De exploitant moet voor een slipvaste, vlakke ondergrond en voldoende verlichting van de werkplaats zorgen. -
Pagina 14: Gebruik Overeenkomstig De Bestemming
Contactloze HF-ontsteking of contactontsteking met liftarc. 3.1.2.1 TIG-activArc-lassen Het EWM-activArc-proces zorgt door het uiterst dynamische regelsysteem ervoor dat bij afstandsveranderingen tussen lastoorts en smeltbad, bijv. tijdens handmatig lassen, het aangevoerde vermogen praktisch constant blijft. Spanningsverliezen als gevolg van een verkleining van de afstand tussen de toorts en het smeltbad worden door een stroomstijging (ampère per volt –... -
Pagina 15: Meegeldende Documenten/Geldige Aanvullende Documenten
Meegeldende documenten/Geldige aanvullende documenten 3.2.1 Garantie Meer informatie vindt u in de bijgevoegde brochure "Warranty registration" en informatie over garantie, onderhoud en keuring op www.ewm-group.com! 3.2.2 Conformiteitsverklaring Het aangegeven apparaat voldoet qua concept en constructie aan de richtlijnen en normen van de EG: •... -
Pagina 16: Beschrijving Van De Apparatuur
Beschrijving van de apparatuur Vooraanzicht Beschrijving van de apparatuur Vooraanzicht Afbeelding 4-1 099-007021-EW505 29.07.2015... -
Pagina 17: Uitbreidingsoptie
Beschrijving van de apparatuur Vooraanzicht Pos. Symbool Beschrijving Transporthandgreep Bevestigingsschroeven gasdoseerunit ▼ Uitbreidingsoptie ▼ Sleutelschakelaar als beveiliging tegen onbevoegd gebruik Stand „1“ > wijzigingen mogelijk, Stand „0“ > wijzigingen niet mogelijk. - Zie hoofdstuk 5.17, Lasparameter tegen onbevoegde toegang blokkeren ▲... -
Pagina 18: Achteraanzicht
Beschrijving van de apparatuur Achteraanzicht Achteraanzicht Afbeelding 4-2 099-007021-EW505 29.07.2015... - Pagina 19 Beschrijving van de apparatuur Achteraanzicht Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus 7-polig (digitaal) Voor het aansluiten van digitale accessoires (documentatie-interface, robotinterface of afstandsbediening, enz.) Aansluitbus 7-polig (digitaal) Voor het aansluiten van digitale accessoires (documentatie-interface, robotinterface of afstandsbediening, enz.) Toets "zekeringsautomaat"; Beveiliging: • Ontstekingsapparaat •...
-
Pagina 20: Besturing - Bedieningselementen
Beschrijving van de apparatuur Besturing - bedieningselementen Besturing - bedieningselementen Aangezien het plasma-lasproces zich direct op het TIG-lasproces baseert, zijn de TIG- beschrijvingen, op enkele uitzonderingen na, ook van toepassing voor het plasma-lassen. Afbeelding 4-3 Pos. Symbool Beschrijving Knop "lasmethoden" Elektrodelassen, licht groen op / arcforce-instelling, licht rood op TIG-Synergic-lassen (synergische parameterinstelling) TIG-handmatig-lassen (handmatige parameterinstelling) - Pagina 21 Beschrijving van de apparatuur Besturing - bedieningselementen Pos. Symbool Beschrijving Toets bedrijfsmodus/energiebesparingsmodus spotArc / Spotmatic (instelbereik punttijd) 2-takt 4-takt Na 2 sec. indrukken, schakelt het apparaat in de energiebesparingsmodus. Voor heractivering is alleen het indrukken van een gewenst bedieningselement nodig- Zie hoofdstuk 5.19.2, Energiebesparingsmodus (Standby).
-
Pagina 22: Functieverloop
Beschrijving van de apparatuur Besturing - bedieningselementen 4.3.1 Functieverloop Afbeelding 4-4 Pos. Symbool Beschrijving Toets Selecteren lasparameters Met deze toets worden de lasparameters ingesteld in functie van de toegepaste lasmethode en de bedrijfsmodus. Gasvoorstroomtijd (TIG) instelbereik absoluut 0,0 sec tot 20,0 sec. (stappen van 0,1s). Startstroom (TIG) AMP% Hotstart-stroom (elektrodelassen) - Pagina 23 Beschrijving van de apparatuur Besturing - bedieningselementen Pos. Symbool Beschrijving De down-slope-tijd kan voor 2-takt en 4-takt separaat worden ingesteld. Eindkraterstroom (TIG) AMP% Instelbereik 1 % tot 200 % (stappen van 1 %). Percentueel afhankelijk van de hoofdstroom. Gasnastroomtijd (TIG) Instelbereik: 0,00 sec.
-
Pagina 24: Opbouw En Functie
Opbouw en functie Algemeen Opbouw en functie Algemeen WAARSCHUWING Gevaar voor verwonding door elektrische spanning! Het aanraken van onder stroom staande onderdelen, bijv. lasstroombussen, kan levensgevaarlijk zijn! • Neem de veiligheidsinstructie op de eerste pagina van de bedieningshandleiding in acht! •... -
Pagina 25: Koeling Apparatuur
Opbouw en functie Koeling apparatuur Koeling apparatuur Om een optimale inschakelduur van de sterkstroomdelen te verkrijgen, dient u de volgende voorwaarden in acht te nemen: • Zorg voor voldoende ventilatie op de werkplek. • Laat de luchtin- en luchtuitlaatopeningen van het apparaat vrij. •... -
Pagina 26: Aanwijzingen Voor Het Leggen Van Lasstroomleidingen
Opbouw en functie Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen Onvakkundig gelegde lasstroomleidingen kunnen storingen (flakkeren) van de vlamboog veroorzaken! Werkstukleiding en slangpakket van lasstroombronnen zonder HF-ontstekingsinrichting (MIG/MAG) zo lang mogelijk, naast elkaar liggend, parallel leggen. Werkstukleiding en slangpakket van lasstroombronnen met HF-ontstekingsinrichting (TIG) lang parallel leggen met een onderlinge afstand van ong. - Pagina 27 Opbouw en functie Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen Voor elk lasapparaat een eigen werkstukleiding voor het werkstuk gebruiken! Afbeelding 5-2 Lasstroomleidingen, lastoorts- en tussenslangpakketten volledig afrollen. Lussen vermijden! Kabellengtes in principe niet langer dan nodig is! Overtollige kabellengtes in bochten leggen. Afbeelding 5-3 099-007021-EW505 29.07.2015...
-
Pagina 28: Koeling Van De Lastoorts
Opbouw en functie Koeling van de lastoorts Koeling van de lastoorts 5.6.1 Aansluiting koelmodule Neem de desbetreffende documentatie van bijbehorende componenten in acht! Afbeelding 5-4 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus, 8-polig Besturingskabel koelapparaat Aansluitbus, 4-polig Voeding koelapparaat Koelmodule Besturings- en voedingskabel naar het lasapparaat De verbinding tussen het koel- en het lasapparaat wordt gemaakt d.m.v. -
Pagina 29: Netaansluiting
Opbouw en functie Netaansluiting Netaansluiting GEVAAR Gevaar door onvakkundige elektrische aansluiting! Onvakkundige elektrische aansluiting kan persoonlijk letsel of materiële schade veroorzaken! • Apparaat uitsluitend op een contactdoos met conform de norm aangesloten randaardeverbinding gebruiken. • Wanneer het nodig is om een nieuwe stroomstekker aan te sluiten, dient men deze installatie uitsluitend te laten uitvoeren door een bevoegde elektricien conform de geldende nationale wetten en voorschriften! •... -
Pagina 30: Lasgegevens-Display
Opbouw en functie Lasgegevens-display Lasgegevens-display De volgende lasparameters kunnen vóór (instelwaarden), tijdens (werkelijke waarden) of na het lassen (hold-waarden) worden weergegeven: Display links Parameter Vóór het lassen Tijdens het lassen Na het lassen (instelwaarden) (werkelijke waarden) (hold-waarden) Lasstroom ... -
Pagina 31: Weergave Lasstroom (Start-, Daal-, Eind- En Hotstart-Stroom)
Opbouw en functie Plasmalassen 5.8.2 Weergave lasstroom (start-, daal-, eind- en hotstart-stroom) De lasstromen voor daal-, start- en eindstroom (Expertmenu) kunnen procentueel (af fabriek) of absoluut op de display van het apparaat worden weergegeven. ENTER EXIT NAVIGATION Afbeelding 5-6 Display Instelling / selecteren Menu verlaten Exit... - Pagina 32 Opbouw en functie Plasmalassen Afbeelding 5-7 099-007021-EW505 29.07.2015...
- Pagina 33 Opbouw en functie Plasmalassen Pos. Symbool Beschrijving Gasaansluitleiding G1/4 Verbinding van het lasgas tussen gasdoseerunit (GDE) en lasapparaat Aansluitnippel G1/4 inert gas, lasapparaat uitgang Verbinding met de lastoorts resp. gasdoseerunit (GDE) Aansluitnippel G1/4 inert gas, gasdoseerapparaat ingang Verbinding naar het lasapparaat Aansluitnippel G1/4 plasmagas, lasapparaat uitgang Verbinding met de lastoorts resp.
-
Pagina 34: Aansluiting Lastoorts (Zonder Gasdoseerunit Gde)
Opbouw en functie Plasmalassen 5.9.2 Aansluiting lastoorts (zonder gasdoseerunit GDE) De plasma-lastoorts moet voor inbedrijfneming voor de desbetreffende lasopdracht worden uitgerust en ingesteld resp. aangepast! Afbeelding 5-8 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus lasstroom, lastoorts Aansluitbus pilootstroom Toortskop-potentiaal plasma-lastoorts 5-polige aansluitbus, besturingskabel lastoorts Adapter (G1/4 >... -
Pagina 35: Aansluiting Werkstukleiding
Opbouw en functie Plasmalassen 5.9.3 Aansluiting werkstukleiding • Steek de kabelstekker van de werkstukleiding in de aansluitbus, lasstroom "+" en vergrendel de stekker door deze naar rechts te draaien. 5.9.4 Toevoer van inert en plasmagas Afbeelding 5-9 Pos. Symbool Beschrijving Aansluitnippel G1/4“, aansluiting plasmagas Verbinding met de drukregelaar Aansluitnippel G1/4“, aansluiting inert gas... -
Pagina 36: Selecteren Soort Laswerk
Opbouw en functie Plasmalassen 5.9.5 Selecteren soort laswerk De soort laswerkzaamheden wordt via de toetsen op de apparaatbesturing op het lasapparaat geselecteerd. Signaal-LED's geven de geselecteerde lasparameters aan. De volgende plasma-JOBs zijn voorgeprogrammeerd en via de JOB-manager te selecteren: • JOB 130 plasma 2,4 mm naald tot 150 A •... -
Pagina 37: Selecteren Lasstroom
Opbouw en functie Plasmalassen 5.9.6 Selecteren lasstroom De gebruiker heeft twee mogelijkheden om de benodigde lasstroom in te stellen. via de plaatdikte direct als lasstroom. De lasstroom wordt op de linker display weergegeven. Op de rechter display kan de parameter „materiaaldikte“... -
Pagina 38: Tig-Lassen
Opbouw en functie TIG-lassen 5.10 TIG-lassen 5.10.1 Aansluiting lastoorts en werkstukleiding VOORZICHTIG Apparaatschade door onvakkundig aangesloten koelmiddelleidingen! Bij niet vakkundig aangesloten koelmiddelleidingen of bij het gebruik van een gasgekoelde lastoorts wordt het koelmiddelcircuit onderbroken en kan er apparaatschade ontstaan. • Sluit alle koelmiddelleidingen op vakkundige wijze aan! •... -
Pagina 39: Aansluitmogelijkheden Toorts, Aansluitschema's
Opbouw en functie TIG-lassen Pos. Symbool Beschrijving Aansluitbus, lasstroom “+” (bij DC-polariteit) Aansluiting werkstukleiding Aansluitbus, lasstroom “-” (bij polariteit DC-) aansluiting TIG-lastoorts Aansluitnippel G1/4 inert gas, lasapparaat uitgang Verbinding met de lastoorts resp. gasdoseerunit (GDE) 5-polige aansluitbus, besturingskabel lastoorts Aansluitbus, 8-polig besturingskabel TIG-up/down- of traploos regelbare brander (potmeter) •... -
Pagina 40: Inert-Gastoevoer
Opbouw en functie TIG-lassen 5.10.2 Inert-gastoevoer WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door verkeerde omgang met gasflessen! Verkeerde omgang en niet goed bevestigde gasflessen kunnen ernstig letsel veroorzaken! • De veiligheidselementen moeten strak om de flessen zitten! • De bevestiging moet aan de bovenste helft van de gasfles worden uitgevoerd! •... -
Pagina 41: Instelling Hoeveelheid Inert Gas
Opbouw en functie TIG-lassen 5.10.2.2 Instelling hoeveelheid inert gas Vuistregel voor gasdoorvoerhoeveelheid: Diameter in mm van de gaskop komt overeen met l/min gasdoorvoer. Bijvoorbeeld: een gaskop van 7 mm komt overeen met een gasdoorvoer van 7 l/min. Verkeerde instelling van inert gas! •... -
Pagina 42: Tig-Synergic Bedieningsprincipe
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11 TIG-synergic bedieningsprincipe Afbeelding 5-13 De bediening gebeurt volgens het TIG-synergic-bedieningsprincipe Ne als bij de MIG-apparaten met synergic-bediening wordt aan de hand van de drie basisparameters • Diameter Wolfram-elektrode (A), • Soort materiaal (B) en •... -
Pagina 43: Synergische Parameterinstelling In Het Principeschema
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.1 Synergische parameterinstelling in het principeschema Met de instelling van de lasstroom worden alle noodzakelijke lasparameters in het principeschema - Zie hoofdstuk 4.3.1, Functieverloop behalve de gasvoorstroomtijd automatisch aangepast. Deze lasparameters kunnen zonodig ook conventioneel (onafhankelijk van de lasstroom) worden ingesteld - Zie hoofdstuk 5.11.2, Conventionele parameterinstelling in het principeschema. -
Pagina 44: Bedieningsprincipe Instellen (Conventioneel/Synergisch)
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.3 Bedieningsprincipe instellen (conventioneel/synergisch) ENTER EXIT NAVIGATION Afbeelding 5-16 Display Instelling / selecteren Menu verlaten Exit Apparaatconfiguratie Instellingen van de apparaatfuncties en parameterweergave Bedieningsprincipe • on = synergische parameterinstelling (af fabriek) • off = conventionele parameterinstelling ENTER (menutoegang) •... -
Pagina 45: Selecteren Soort Laswerk
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.4 Selecteren soort laswerk De soort laswerkzaamheden wordt via de toetsen op de apparaatbesturing op het lasapparaat geselecteerd. Signaal-LED's geven de geselecteerde lasparameters aan. Veranderingen van de basis-lasparameters zijn alleen mogelijk als: er geen lasstroom vloeit en de sleutelschakelaar (optie) in stand „1“... -
Pagina 46: Selecteren Lasstroom
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.5 Selecteren lasstroom De gebruiker heeft twee mogelijkheden om de benodigde lasstroom in te stellen. via de plaatdikte direct als lasstroom. De lasstroom wordt op de linker display weergegeven. Op de rechter display kan de parameter „materiaaldikte“... -
Pagina 47: Expertmenu (Tig)
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.7 Expertmenu (TIG) ENTER (menutoegang) • Knop "Lasparameter" 4 sec. ingedrukt houden. NAVIGATION (Navigeren in het menu) • Parameters worden door het indrukken van de knop "Lasparameter" geselecteerd. • Het instellen resp. wijzigen van de parameters wordt met de draaiknop "Lasparameterinstelling"... -
Pagina 48: Ontsteking Vlamboog
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.8 Ontsteking vlamboog 5.11.8.1 HF-ontsteking Afbeelding 5-18 De lichtboog wordt contactloos met hoogspannings-ontstekingspulsen gestart: a) de lastoorts in laspositie over het werkstuk plaatsen (afstand tussen de punt van de elektrode en het werkstuk ca. 2-3 mm). b) de toortstoetsen bedienen (hoogspanning-ontstekingsimpulsen starten de vlamboog). -
Pagina 49: Principeschema's / Bedrijfsmodi
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.9 Principeschema’s / bedrijfsmodi Afbeelding 5-20 Pos. Symbool Beschrijving Toets Selecteren lasparameters Met deze toets worden de lasparameters ingesteld in functie van de toegepaste lasmethode en de bedrijfsmodus. Draaiknop instelling lasparameters Instelling van alle parameters zoals bijv. lasstroom, plaatdikte, gasvoorstroomtijd etc. 5.11.9.1 Verklaring van de tekens Symbool Betekenis Toortsknop 1 indrukken... -
Pagina 50: 2-Takt-Bedrijf
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.9.2 2-takt-bedrijf Afbeelding 5-21 1e takt: • Toortsknop 1 indrukken en vasthouden. • Gasvoorstroomtijd loopt af. • HF-ontstekingspulsen springen van de elektrode naar het werkstuk over, de vlamboog ontsteekt. • Lasstroom vloeit en gaat onmiddellijk naar de ingestelde waarde van de startstroom I start •... -
Pagina 51: 4-Takt-Bedrijf
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.9.3 4-takt-bedrijf Afbeelding 5-22 1e fase • Druk toortsschakelaar 1 in, de gasvoorstroomtijd loopt af. • HF-ontstekingspulsen springen van de elektrode naar het werkstuk over, de vlamboog ontsteekt. • De lasstroom vloeit en gaat onmiddellijk naar de vooraf ingestelde startstroomwaarde (zoekvlamboog bij minimale instelling). -
Pagina 52: Spotarc
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.9.4 spotArc De methode is inzetbaar voor het hechten of het verbindingslassen van platen uit staal en CrNi- legeringen met een maximale dikte van ongeveer 2,5 mm. Er kunnen ook verschillende plaatdiktes op elkaar worden gelast. De bedrijfsmodi voor het puntlassen (spotArc/Spotmatic) kunnen in twee verschillende tijdbereiken worden gebruikt. - Pagina 53 Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe Afbeelding 5-23 Als voorbeeld wordt het ontstekingsproces van de HF-ontsteking weergegeven. De vlamboogontsteking met Liftarc is echter ook mogelijk- Zie hoofdstuk 5.9.7, Ontsteking vlamboog. Lasproces: • Toortsknop indrukken en vasthouden. • Gasvoorstroomtijd loopt af. • HF-ontstekingsimpulsen springen van de elektrode naar het werkstuk over, de vlamboog ontsteekt.
-
Pagina 54: Spotmatic
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.9.5 Spotmatic Deze functie moet voor gebruik worden geactiveerd- Zie hoofdstuk 5.19, Configuratiemenu voor apparatuur. In tegenstelling tot de bedrijfsmodus spotArc wordt de vlamboog niet zoals gebruikelijk met het indrukken van de toortsknop gestart, maar door de wolfraamelektrode kort op het werkstuk te plaatsen. De toortsknop is bedoeld voor de vrijgave van het lasproces. -
Pagina 55: 2-Takt-Bedrijf C-Versie
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.9.6 2-takt-bedrijf C-versie Afbeelding 5-25 1e fase • Druk toortsknop 1 in, de gasvoorstroomtijd loopt af. • HF-ontstekingspulsen springen van de elektrode naar het werkstuk over, de vlamboog ontsteekt. • De lasstroom vloeit en gaat onmiddellijk naar de vooraf ingestelde startstroomwaarde (zoekvlamboog bij minimale instelling). -
Pagina 56: Pulsen, Principeschema's
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.10 Pulsen, principeschema’s De cyclussen bij het pulsen verlopen in principe als bij het standaardlassen, er wordt echter tijdens de hoofdstroomfase voortdurend tussen puls- en pauzestroom met de respectievelijke tijden heen en weer geschakeld. De pulsfunctie tijdens de Up- en Down-Slope-fase kan indien gewenst ook worden gedeactiveerd- Zie hoofdstuk 5.19, Configuratiemenu voor apparatuur. -
Pagina 57: Pulsvarianten
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.11 Pulsvarianten De lasapparaten beschikken over een geïntegreerde pulsinrichting. Bij het pulsen wordt tussen de pulsstroom (hoofdstroom) en de pauzestroom (daalstroom) heen en weer geschakeld. Pulsen (thermisch pulsen) Bij thermisch pulsen worden puls- en pauzetijden (frequentie tot 200 Hz) naast de pulszijden (ts1 en ts2) aan de besturing in seconden doorgegeven. - Pagina 58 Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe KHz-pulsen (metallurgisch pulsen) Het kHz-pulsen (metallurgisch pulsen) maakt gebruik van de plasmadruk (vlamboogdruk), die bij hoge stromen ontstaan, om een aangeblazen vlamboog met geconcentreerde warmte-inbrenging behaalt. De frequentie kan traploos van 50 Hz tot 15 kHz en de pulsbalance van 1 – 99% worden ingesteld. In tegenstelling met thermisch pulsen vallen de pulszijden-tijden weg.
-
Pagina 59: Tig-Activarc-Lassen
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.12 TIG-activArc-lassen Het EWM-activArc-proces zorgt door het uiterst dynamische regelsysteem ervoor dat bij afstandsveranderingen tussen lastoorts en smeltbad, bijv. tijdens handmatig lassen, het aangevoerde vermogen praktisch constant blijft. Spanningsverliezen als gevolg van een verkleining van de afstand tussen de toorts en het smeltbad worden door een stroomstijging (ampère per volt –... -
Pagina 60: Lastoorts (Bedieningsvarianten)
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.14 Lastoorts (bedieningsvarianten) Met dit apparaat kunnen verschillende toortsvarianten worden gebruikt. Functies van de bedieningselementen, zoals toortsschakelaars (BRT), wipschakelaars of potentiometers kunnen afzonderlijk via toortsmodi worden aangepast. Verklaring van de tekens op de display: Symbool Beschrijving Druk op de toortsschakelaar Druk kort op toortsschakelaar... -
Pagina 61: Instelling Toortsmodus En Up/Down-Snelheid
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.15 Instelling toortsmodus en Up/Down-snelheid De gebruiker heeft de beschikking over de modi 1 tot 6 en de modi 11 tot 16. De modi 11 tot 16 hebben dezelfde functionele mogelijkheden als 1 tot 6, echter zonder tiptoetsfunctie voor de daalstroom. De functionele mogelijkheden in de verschillende modi vindt u in de tabellen bij de verschillende typen toortsen. -
Pagina 62: Tig-Standaardtoorts (5-Polig)
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.15.1 TIG-standaardtoorts (5-polig) Standaardtoorts met één toortsknop Afbeelding Bedienings- Verklaring van de tekens elementen BRT1 = Lastoorts 1 (lasstroom Aan/Uit; daalstroom via tiptoets-functie) Functies Modus Bedienings- elementen Lasstroom Aan / Uit (af fabriek) Daalstroom (4-takt-bedrijf) Standaardtoorts met twee toortsknoppen Afbeelding Bedienings-... - Pagina 63 Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe Standaardtoorts met een tuimelschakelaar (MG-tuimelschakelaar, twee toortsknoppen) Afbeelding Bedienings- Verklaring van de tekens elementen BRT 1 = toortsknop 1 BRT 2 = toortsknop 2 Functies Modus Bedienings- elementen Lasstroom Aan / Uit Daalstroom (af fabriek) Daalstroom (tiptoets-bedrijf) / (4-takt-bedrijf) Lasstroom Aan / Uit Daalstroom (tiptoets-bedrijf)
-
Pagina 64: Tig-Up/Down-Toorts (8-Polig)
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.15.2 TIG-Up/Down-toorts (8-polig) Up/Down-toorts met één toortsknop Afbeelding Bedienings- Verklaring van de tekens elementen BRT 1 = toortsknop 1 Functies Modus Bedienings- elementen Lasstroom Aan / Uit Daalstroom (tiptoetsbedrijf) / (4-takt-bedrijf) fabriek) Lasstroom traploos verhogen (Up-functie) Lasstroom traploos verlagen (Down-functie) Lasstroom Aan / Uit Daalstroom (tiptoetsbedrijf) - Pagina 65 Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe Up/Down-toorts met twee toortsknoppen Afbeelding Bedienings- Verklaring van de tekens elementen BRT 1 = toortsknop 1 (links) BRT 2 = toortsknop 2 (rechts) Functies Modus Bedienings- elementen Lasstroom Aan / Uit Daalstroom Daalstroom (tiptoetsbedrijf) / (4-takt-bedrijf) (af fabriek) Lasstroom traploos verhogen (Up-functie) Lasstroom traploos verlagen (Down-functie)
-
Pagina 66: Traploos Regelbare Toorts (8-Polig)
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.15.3 Traploos regelbare toorts (8-polig) Alvorens het lasapparaat in bedrijf te nemen, moet het worden geconfigureerd met een traploos verstelbare toorts- Zie hoofdstuk 5.11.15.4, Aansluiting TIG traploos verstelbare toorts configureren. Traploos verstelbare toorts met één toortsknop Afbeelding Bedienings- Verklaring van de tekens... -
Pagina 67: Aansluiting Tig Traploos Verstelbare Toorts Configureren
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.15.4 Aansluiting TIG traploos verstelbare toorts configureren GEVAAR Gevaar voor verwonding door elektrische spanning na uitschakeling! Werkzaamheden aan een open apparaat kunnen tot dodelijke verwondingen leiden! Tijdens werking worden de condensatoren in het apparaat met elektrische spanning geladen. -
Pagina 68: Instelling Van De
Opbouw en functie TIG-synergic bedieningsprincipe 5.11.15.5 Instelling van de 1 sprong Afbeelding 5-33 ENTER EXIT NAVIGATION Afbeelding 5-34 Display Instelling / selecteren Menu verlaten Exit Menu toortsconfiguratie Lastoortsfuncties instellen Instelling van de 1ste sprong Instelling: 1 tot 20 (af fabriek 1) Deze functie is alleen in combinatie met Up/Down-toortsen in de modus 4 en 14 mogelijk! 099-007021-EW505 29.07.2015... -
Pagina 69: Elektrodelassen
Opbouw en functie Elektrodelassen 5.12 Elektrodelassen VOORZICHTIG Kans op beknelling en verbranding! Bij het vervangen van afgebrande of nieuwe staafelektroden • apparaat aan de hoofdschakelaar uitschakelen; • geschikte veiligheidshandschoenen dragen; • geïsoleerde tang gebruiken om verbruikte staafelektroden te verwijderen en gelaste werkstukken te bewegen en;... -
Pagina 70: Selecteren Soort Laswerk
Opbouw en functie Elektrodelassen De polariteit is afhankelijk van de opgave van de fabrikant van de elektroden; deze staat op de verpakking van de elektroden. 5.12.2 Selecteren soort laswerk Bedieningselem Handelin Resultaat Selecteren lasmethode elektrodelassen. Het signaallampje licht groen op. Lasstroom instellen. -
Pagina 71: Hotstart-Tijd
Opbouw en functie Elektrodelassen 5.12.3.2 Hotstart-tijd Bedienings- Actie Resultaat Displays element Selecteren lasparameters hotstart-tijd: Indrukken tot het controlelampje hotstart-tijd sec brandt. Hotstart-tijd instellen 5.12.4 Arcforce Tijdens het lassen voorkomt arcforce door stroomverhogingen het vastbranden van de elektrode in het lasbad. Dit vergemakkelijkt met name het lassen van elektrodetypen die bij lage stroomsterktes met korte vlamboog met grove druppels afsmelten. -
Pagina 72: Elektrode-Pulslassen In Stijgende Positie (Pf)
Opbouw en functie Elektrodelassen 5.12.6 Elektrode-pulslassen in stijgende positie (PF) Laseigenschappen van elektrode impulslassen: • zeer geschikt voor lassen van grondnaden • bij deklagen van fijnschilferachtige naadoppervlakken in TIG-optiek • minder nabewerkingen en daardoor minder spetters • zeer geschikt voor moeilijke elektroden •... -
Pagina 73: Lasprogramma's
Opbouw en functie Lasprogramma's 5.13 Lasprogramma's Wijzigingen van de overige lasparameters in de programmacyclus hebben in gelijke mate effect op alle programma's. Een verandering van de lasparameters wordt onmiddellijk in de JOB opgeslagen! Het lasapparaat beschikt over 16 programma’s. Deze kunnen tijdens het lassen worden gewisseld. In elk geselecteerde soort laswerk (JOB), - Zie hoofdstuk 5.9.5, Selecteren soort laswerk, kunnen 16 programma's worden ingesteld, opgeslagen en opgevraagd. -
Pagina 74: Selecteren En Instelling
Opbouw en functie Lasprogramma's 5.13.1 Selecteren en instelling Lasprogramma's met de lasapparatuurbesturing instellen Bedienin Actie Resultaat Display gseleme Toets indrukken tot controlelampje PROG brandt. Lasstroom (links) / programmanr. (rechts) Programmanr. selecteren resp. opvragen, bijv. nr. 1. Bedrijfsmodus instellen (kan voor elk programma apart geen wijziging worden ingesteld). -
Pagina 75: Voorbeeld "Programma Bij Synergische Instelling
Opbouw en functie Lasprogramma's 5.13.3 Voorbeeld “Programma bij synergische instelling“ Afbeelding 5-37 5.13.4 Voorbeeld “Programma bij conventionele instelling“ Afbeelding 5-38 5.13.5 Accessoires voor programmaomschakeling De gebruiker kan met de volgende componenten wijzigen, opvragen en opslaan: programma's Component Aanmaken en wijzigen Opvragen Lasapparatuurbesturing Lastoorts Up/Down... -
Pagina 76: Job-Manager (Organiseren Soorten Laswerk)
Opbouw en functie JOB-manager (organiseren soorten laswerk) 5.14 JOB-manager (organiseren soorten laswerk) Na de uitvoering van een van deze beschreven acties schakelt het apparaat weer om naar de standaardparameters als stroom en spanning. Om ervoor te zorgen dat alle wijzigingen effectief blijven, mag het lasapparaat op zijn vroegst pas na 5 sec. -
Pagina 77: Nieuwe Job In Het Vrije Geheugengedeelte Aanmaken Resp. Job Kopiëren
Opbouw en functie JOB-manager (organiseren soorten laswerk) 5.14.2 Nieuwe JOB in het vrije geheugengedeelte aanmaken resp. JOB kopiëren Een vooraf gedefinieerd soort laswerk vanuit het vaste geheugengedeelte (JOB 1 t/m 128) kopiëren naar het vrije geheugengedeelte (JOB 129-256): De 256 JOB's kunnen allemaal individueel worden aangepast. Het is echter zinvol om aan speciale soorten laswerk eigen JOB-nummers in het vrije geheugengedeelte (JOB 128 t/m 256) toe te wijzen. -
Pagina 78: Bestaande Job Uit Het Vrije Geheugengedeelte Laden
Opbouw en functie JOB-manager (organiseren soorten laswerk) 5.14.3 Bestaande JOB uit het vrije geheugengedeelte laden Bedienings- Actie Resultaat Display element Selecteren modus JOB-manager Indrukken tot het controlelampje „VOLT“ brandt 2 sec. Selecteren modus JOB-manager Selecteer met de draaiknop het gewenste JOB- nummer (bijv. -
Pagina 79: Job 1-128 Resetten Naar Fabrieksinstelling (Reset All Job´s)
Opbouw en functie JOB-manager (organiseren soorten laswerk) 5.14.5 JOB 1-128 resetten naar fabrieksinstelling (Reset all JOB´s) Bedienings Actie Resultaat Display element Selecteren modus JOB-manager Indrukken tot het controlelampje „VOLT“ brandt Selecteren modus JOB-manager 2 sec. Omschakelen van „Laad JOB“ naar „Reset All JOBs“... -
Pagina 80: Afstandsbedieningen
Opbouw en functie Afstandsbedieningen 5.15 Afstandsbedieningen De afstandsbedieningen worden via de 19-polige aansluitbus van de afstandsbediening (analoog) bestuurd. 5.15.1 Handafstandsbediening RT1 19POL Functies • Traploos instelbare lasstroom (0 % tot 100 %) afhankelijk van de vooraf geselecteerde hoofdstroom op het lasapparaat. 5.15.2 Hand-afstandsbediening RTG1 19POL Functies •... -
Pagina 81: Voetafstandsbediening Rtf1 19Pol 5 M / Rtf2 19Pol 5 M
Opbouw en functie Afstandsbedieningen 5.15.6 Voetafstandsbediening RTF1 19POL 5 M / RTF2 19POL 5 M Functies • Traploos instelbare lasstroom (0 % tot 100 %) afhankelijk van de vooraf geselecteerde hoofdstroom op het lasapparaat. • Lasproces start/stop (TIG) ActivArc-lassen is in combinatie met de voetafstandsbediening niet mogelijk. Afbeelding 5-39 Symbool Betekenis Voetafstandsbediening indrukken (lasproces starten) -
Pagina 82: Aanvoerfunctie Voetafstandsbediening Rtf 1 / Rtf 2
Opbouw en functie Afstandsbedieningen 5.15.6.1 Aanvoerfunctie voetafstandsbediening RTF 1 / RTF 2 ENTER EXIT NAVIGATION Afbeelding 5-40 Display Instelling / selecteren Menu verlaten Exit Apparaatconfiguratie (tweede deel) Instellingen van de apparaatfuncties en parameterweergave Aanvoerfunctie Afstandsbediening RTF 1 De aanvoerfunctie kan worden in- of uitgeschakeld Inschakelen Apparaatfunctie inschakelen Uitschakelen... -
Pagina 83: Interfaces Voor De Automatisering
Opbouw en functie Interfaces voor de automatisering 5.16 Interfaces voor de automatisering VOORZICHTIG Apparaatschade door onvakkundige aansluiting! Ongeschikte besturingskabels of verkeerde bezetting van in- en uitgangssignalen kunnen het apparaat beschadigen. • Alleen afgeschermde besturingskabels gebruiken! • Wanneer het apparaat met regelspanningen wordt gebruikt, moet de verbinding via geschikte scheidingsversterkers worden gemaakt! •... -
Pagina 84: Aansluitbus Afstandsbediening 19-Polig
Opbouw en functie Interfaces voor de automatisering 5.16.2 Aansluitbus afstandsbediening 19-polig Afbeelding 5-41 Pos. Signaalvorm Benaming Uitgang Aansluiting voor kabelmantel (PE) Uitgang Stroom-vloeit-signaal I>0, potentiaalvrij (max. +- 15 V / 100 mA) Uitgang Referentiespanning voor potentiometer 10 V (max. 10 mA) Ingang Ingestelde regelspanning voor hoofdstroom, 0 - 10 V (0 V = I / 10 V =... -
Pagina 85: Lasparameter Tegen Onbevoegde Toegang Blokkeren
Opbouw en functie Lasparameter tegen onbevoegde toegang blokkeren 5.17 Lasparameter tegen onbevoegde toegang blokkeren Dit accessoire kan als optie achteraf worden aangebracht - Zie hoofdstuk 9, Accessoires. Als beveiliging tegen het onbevoegd of per ongeluk verstellen van de lasparameters op het apparaat, is het met behulp van de sleutelschakelaar mogelijk om de invoer van de besturing te blokkeren. - Pagina 86 Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur ENTER EXIT NAVIGATION Afbeelding 5-42 099-007021-EW505 29.07.2015...
- Pagina 87 Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur Display Instelling / selecteren Menu verlaten Exit Menu toortsconfiguratie Lastoortsfuncties instellen Toortsmodus (af fabriek 1) Up-/down-snelheid Waarde verhogen = snelle stroomverandering Waarde verlagen = langzame stroomverandering Instelling van de 1ste sprong Instelling: 1 tot 20 (af fabriek 1) JOB-nummer opvragen Maximaal aantal te selecteren JOB's instellen (instelling: 1 tot 128, af fabriek 10).
- Pagina 88 Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur Display Instelling / selecteren Waarschuwingsmeldingen Waarschuwingsmeldingen kunnen door apparaatstoringen worden geactiveerd. meldingen uitgeschakeld (af fabriek) meldingen ingeschakeld Apparaatconfiguratie (tweede deel) Instellingen van de apparaatfuncties en parameterweergave Aanvoerfunctie Afstandsbediening RTF 1 De aanvoerfunctie kan worden in- of uitgeschakeld spotMatic Variant op de bedrijfsmodus spotArc, ontsteking bij werkstukcontact •...
-
Pagina 89: Energiebesparingsmodus (Standby)
Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur Display Instelling / selecteren Menu automatisering Snelle overname van de regelspanning (automatisering) • on = functie aan • off = functie uit (af fabriek) Orbitaal lassen • off = uit (af fabriek) • on = aan Orbitaal lassen Correctiewaarde voor de orbitale lasstroom Servicemenu... -
Pagina 90: Compensatie Leidingsweerstand
Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur 5.19.3 Compensatie leidingsweerstand De elektrische kabelweerstand moet na elke wisseling van componenten, bijv. van lastoorts of tussenslangpakket (AW) opnieuw worden afgesteld om de optimale laseigenschappen te garanderen. De weerstandswaarde van de kabels kan rechtstreeks of op de stroombron worden ingesteld. Bij levering is de kabelweerstand optimaal ingesteld. - Pagina 91 Opbouw en functie Configuratiemenu voor apparatuur 1 Voorbereiding • Lasapparaat uitschakelen. • Gaskop losschroeven van de lastoorts. • Wolfraamelektrode losmaken en verwijderen. 2 Configuratie • Drukknop (Tetrix Classic) indrukken en gelijktijdig het lasapparaat inschakelen. • Drukknop loslaten. • Nu kunt u met de draaiknop de desbetreffende parameter selecteren.
-
Pagina 92: Onderhoud, Verzorging En Afvalverwerking
Onderhoud, verzorging en afvalverwerking Algemeen Onderhoud, verzorging en afvalverwerking GEVAAR Voer geen verkeerde reparaties en modificaties uit! Om verwondingen en materiële schade te vermijden, mag het apparaat enkel door vakkundige, bevoegde personen gerepareerd resp. gemodificeerd worden! Bij onbevoegde ingrepen vervalt de garantie! •... -
Pagina 93: Jaarlijkse Keuring (Inspectie En Keuring Tijdens Gebruik)
Daarnaast kunnen oude apparaten in heel Europa bij EWM-verkooppartners worden ingeleverd. Inachtneming van de RoHS-vereisten Wij, EWM AG Mündersbach, verklaren hierbij dat alle door ons geleverde producten, die onderhevig zijn aan de RoHS-richtlijn, aan de vereisten van de RoHS (richtlijn 2011/65/EU) voldoen. -
Pagina 94: Verhelpen Van Storingen
Verhelpen van storingen Checklist voor het verhelpen van storingen Verhelpen van storingen Alle producten worden onderworpen aan strenge productie- en eindcontroles. Mocht er desondanks toch een keer iets niet werken, controleer het product dan aan de hand van de volgende lijst. Als geen van de aangegeven mogelijkheden om het defect te verhelpen werkt, waarschuw dan de officiële dealer. - Pagina 95 Verhelpen van storingen Checklist voor het verhelpen van storingen Geen vlamboogontsteking Verkeerde instelling van het ontstekingstype. Omschakelaar ontstekingstypes op de stand HF-ontsteking zetten. Slechte vlamboogontsteking Ingesloten materiaal in de wolfraamelektrode door contact met hulpwerkstof of werkstuk Wolfraamelektrode opnieuw slijpen of vervangen ...
-
Pagina 96: Waarschuwingsmeldingen (Stroombron)
Verhelpen van storingen Waarschuwingsmeldingen (stroombron) Waarschuwingsmeldingen (stroombron) Een waarschuwing wordt op apparaten met een apparaatdisplay met de letter A weergegeven en op apparaten met meerdere displays weergegeven met letter Att . De mogelijke oorzaak van de waarschuwing wordt aangegeven met het desbetreffende foutnummer (zie tabel). De weergave van mogelijke foutnummers is afhankelijk van de uitvoering van het apparaat (interfaces/functies). -
Pagina 97: Apparaatstoringen (Foutmeldingen)
Verhelpen van storingen Apparaatstoringen (foutmeldingen) Apparaatstoringen (foutmeldingen) Een storing in de lasapparatuur wordt weergegeven doordat het controlelampje voor verzamelstoringen gaat branden en een storingscode (zie tabel) wordt weergegeven op de display van de besturing. Bij een apparaatstoring wordt de voeding uitgeschakeld. De weergave van mogelijke foutnummers is afhankelijk van de uitvoering van het apparaat (interfaces/functies). - Pagina 98 Verhelpen van storingen Apparaatstoringen (foutmeldingen) Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing • Leidingen/verbindingen van de Err 19 Beschermgas gasslangtoevoer op Instelling instelwaarde wijkt aanzienlijk dichtheid/aanwezigheid van knikken af van de werkelijke waarde -> Geen controleren inert gas? • Afsluiting van gasaanvoer van de plasmatoorts controleren Err 20 Koelmiddel...
-
Pagina 99: Lasparameters Terugzetten Naar Fabrieksinstellingen
Verhelpen van storingen Lasparameters terugzetten naar fabrieksinstellingen Lasparameters terugzetten naar fabrieksinstellingen Alle opgeslagen klantspecifieke lasparameters worden door de werkinstellingen vervangen. ENTER EXIT NAVIGATION Afbeelding 7-1 Display Instelling / selecteren Menu verlaten Exit Servicemenu Wijzigingen in het servicemenu mogen enkel door bevoegd servicepersoneel worden uitgevoerd! Reset (Resetten naar fabrieksinstellingen) •... -
Pagina 100: Softwareversie Van De Apparaatbesturing Weergeven
Verhelpen van storingen Softwareversie van de apparaatbesturing weergeven Softwareversie van de apparaatbesturing weergeven De opvraag van de softwareversie dient uitsluitend ter informatie voor bevoegd servicepersoneel! ENTER EXIT NAVIGATION Afbeelding 7-2 Display Instelling / selecteren Menu verlaten Exit Servicemenu Wijzigingen in het servicemenu mogen enkel door bevoegd servicepersoneel worden uitgevoerd! Opvraag softwareversie (voorbeeld) Systeembus-ID... -
Pagina 101: Koelvloeistofcircuit Ontluchten
Verhelpen van storingen Koelvloeistofcircuit ontluchten Koelvloeistofcircuit ontluchten Koelmiddeltank en snelsluitkoppelingen koelmiddeltoevoer-/retourleiding zijn enkel bij apparaten met waterkoeling aanwezig. Om het koelsysteem te ontluchten altijd de blauwe koelmiddelaansluiting gebruiken die mogelijk het diepst in het koelmiddelsysteem ligt (in de nabijheid van de koelmiddeltank)! Afbeelding 7-3 099-007021-EW505 29.07.2015... -
Pagina 102: Technische Gegevens
Technische gegevens Tetrix 150 Plasma Technische gegevens Service-informatie en garantie zijn alleen geldig in combinatie met originele vervangings- en slijtage-onderdelen! Tetrix 150 Plasma Instelbereik Plasma/TIG Elektrode Pilootvlamboogstroom, hulpvlamboog 5 A tot 25 A (af fabriek 10 A) (instelbaar met PC 300 software) Lasstroom 5 A - 150 A Lasspanning... -
Pagina 103: Accessoires
Accessoires Koeling van de lastoorts Accessoires Vermogensafhankelijke accessoires zoals lastoorts, werkstukleiding, elektrodehouder of tussenslangpakket zijn verkrijgbaar bij uw bevoegde dealer. Koeling van de lastoorts Type Benaming Artikelnummer cool71 U43 Koelmodule met draaipomp en versterkte koeling 090-008220-00502 DKF10 Gedeïoniseerd koelmiddel, zonder antivries 094-001504-00000 Transportsystemen Type... -
Pagina 104: Opties
Accessoires Opties Opties Type Benaming Artikelnummer ON 7pol Optionele uitbreiding 7-polige aansluitbus voor 092-001826-00000 accessoires en digitale interfaces ON Key Switch Optionele uitbreiding, sleutelschakelaar 092-001828-00000 Computercommunicatie Type Benaming Artikelnummer PC300.Net PC300.Net lasparametersoftware set incl. kabel en 090-008777-00000 interface SECINT X10 USB 099-007021-EW505 29.07.2015... -
Pagina 105: Job-List
Bijlage A JOB-List Bijlage A 10.1 JOB-List Methode Materiaal Draad Naadpositie Gereserveerd CrNi CrNi CrNi CrNi CrNi ... - Pagina 106 Bijlage A JOB-List Methode Materiaal Draad Naadpositie Fe/St Fe/St >3,2 Fe/St Fe/St Fe/St Fe/St ...
- Pagina 107 Bijlage A JOB-List Methode Materiaal Draad Naadpositie CuZn CuZn CuZn CuZn CuZn CuZn >3,2 CuZn CuZn CuZn ...
- Pagina 108 Bijlage A JOB-List Methode Materiaal Draad Naadpositie Speciaal Speciaal Speciaal Speciaal >3,2 Speciaal Speciaal Speciaal Speciaal Speciaal Speciaal >3,2 TIG Handmatig/TIG Classic Elektrode Classic Gereserveerd...
-
Pagina 109: Overzicht Van Ewm-Vestigingen
Bijlage B Overzicht van EWM-vestigingen Bijlage B 11.1 Overzicht van EWM-vestigingen 099-007021-EW505 29.07.2015...