BEDIENINGSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Voer de INSPECTIE VÓÓR HET
VERTREK altijd uit voordat u de
waterscooter
Lees zeker de VEILIGHEIDSINFOR-
MATIE en de hoofdstukken met
INFORMATIE OVER DE WATER-
SCOOTER en maak uzelf goed ver-
trouwd met de iControl technolo-
gie.
Vraag altijd raad aan een erkende
Sea-Doo dealer als u een bedienings-
element of instructie niet helemaal
begrijpt.
Opstappen op de
waterscooter
Net als bij elke andere waterscooter
moet u voorzichtig opstappen en mag
de motor daarbij niet draaien.
WAARSCHUWING
De motor moet uit staan (UIT) en
het bindsnoer verwijderd om op te
stappen.
Aan boord gaan vanaf de wal
Wanneer u vanaf de kade opstapt,
plaatst u langzaam een voet op de
treeplank van de waterscooter die het
dichtst bij de kade ligt terwijl u het stuur
vasthoudt, en verplaatst tegelijk uw li-
chaamsgewicht naar de andere kant
om de waterscooter in evenwicht te
houden.
Zwaai vervolgens de andere voet over
het zadel en plaats hem op de andere
treeplank. Duw de waterscooter weg
van de kade.
______________
68
gaat
gebruiken.
Opstappen vanuit het water
Zorg dat er minstens 90 cm water is on-
der het laagste deel achteraan de romp
Houd er rekening mee dat de romp
lager in het water zal liggen als alle
passagiers aan boord zijn. Houd deze
voorgeschreven diepte altijd aan, zodat
er geen zand, steentjes of keien in het
aandrijfsysteem worden getrokken.
A. Er moet minstens 90 cm water onder
het laagste punt van de romp zijn als alle
passagiers aan boord zijn
Als u de motor start of
MERK OP
in ondieper water vaart, kunnen on-
derdelen van het aandrijfsysteem
beschadigd raken.
Bestuurder alleen
Neem met één hand de gevormde
handgreep achter het zadel beet.
Grijp met de andere hand de rand van
het opstapplatform beet en trek u dan
op, zodat u een knie op het opstapplat-
form kunt zetten.