TANKEN
Tankprocedure
WAARSCHUWING
Brandstof is ontvlambaar en ex-
plosief in bepaalde omstandighe-
den. Werk altijd in een goed ver-
luchte ruimte. Rook niet en blijf uit
de buurt van open vuur of vonken.
1. Schakel de motor uit.
WAARSCHUWING
Stop de motor altijd voor u tankt.
2. Laat niemand op de waterscooter
zitten.
3. Maak de waterscooter stevig vast
aan de tankpier.
4. Houd een brandblusser bij de hand.
5. Open het deksel van het bergvak
vooraan.
6. Schroef de dop langzaam linksom
draaiend los.
smo2012-003-001_a
TYPISCH
1. Dop brandstoftank
WAARSCHUWING
De brandstoftank kan onder druk
staan. Er kunnen benzinedampen
vrijkomen wanneer u de brand-
stoftankdop afneemt.
_______
26
VEILIGHEIDSINFORMATIE
7. Steek het tankpistool in de vulmond
en vul brandstof bij.
WAARSCHUWING
Vul om te vermijden dat brandstof
kan terugvloeien de tank langzaam
bij zodat lucht uit de brandstoftank
kan ontsnappen.
8. Stop met bijvullen van zodra het
tankpistoolhandvat
wacht een ogenblik voordat u de
spuit uitneemt. Haal de spuit van
het tankpistool niet uit om nog meer
brandstof in de brandstoftank te
doen.
WAARSCHUWING
Vul de brandstoftank niet teveel
of niet tot aan de rand bij als de
waterscooter in de zon ligt. Naar-
mate de temperatuur stijgt, zet de
brandstof uit en kan uw tank over-
lopen.
9. Plaats de brandstoftankdop terug
en draai deze helemaal rechtsom
draaiend vast.
WAARSCHUWING
Wis op de waterscooter gemorste
brandstof onmiddellijk weg.
10. Na het bijtaken altijd het zadel
openmaken en nagaan of er geen
benzinegeur in het motorcompar-
timent hangt.
WAARSCHUWING
De waterscooter niet starten als er
benzine of benzinedampen aan-
wezig zijn.
losschiet
_______
en