INSTRUCTIES VOOR HET OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN
MOTOR START NIET
1. Bindsnoer verwijderd.
– Druk op de START/STOP-knop
– Plaats de bindsnoerplug goed op de motoruitschakelaar binnen de 5 secon-
den na het indrukken van de START/STOP-knop.
– Druk na een dubbele "pieptoon" op de START/STOP-knop om de motor te
starten.
2. ECM herkent de D.E.S.S.-sleutel niet.
– Raadpleeg een erkende Sea-Doo dealer.
3. Gesmolten zekering: hoofdzekering, elektrische starter of ECM.
– Controleer de bedrading en vervang de zekering(en).
4. Accu ontladen.
– Raadpleeg een erkende Sea-Doo dealer.
Laad de accu niet op of bij terwijl hij in de waterscooter is geïnstalleerd.
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk. Vermijd contact met de ogen, huid en
kleding.
5. Accu-aansluitingen, gecorrodeerd of los. Slechte aarding.
– Raadpleeg een erkende Sea-Doo dealer.
6. Ondergelopen motor.
– Zie ONDERGELOPEN MOTOR in de SPECIALE PROCEDURES.
7. Sensor of ECM defect.
– Raadpleeg een erkende Sea-Doo dealer.
8. Jetpomp vastgelopen.
– Probeer te reinigen. Raadpleeg anders een erkende Sea-Doo dealer.
MOTOR DRAAIT LANGZAAM
1. Accukabels los.
– Controleren/reinigen/bevestigen.
2. Accu ontladen of zwak.
– Raadpleeg een erkende Sea-Doo dealer.
3. Starter versleten.
– Raadpleeg een erkende Sea-Doo dealer.
MOTOR DRAAIT NORMAAL MAAR START NIET
1. Brandstoftank leeg of verontreinigd met water.
– Bijvullen. Ledigen en opnieuw vullen met nieuwe brandstof.
______________
118
WAARSCHUWING