ONDERHOUDSPROCEDURES
smo2009-002-139_a
TYPISCH
1. Slangadapter (optie, niet verplicht)
2. Snelkoppeling (optie, niet verplicht)
3. Tuinslang
Om te spoelen start u de motor en
opent u onmiddellijk de waterkraan.
LET OP Sommige onderdelen
in het motorcompartiment kunnen
erg heet zijn. Rechtstreeks contact
kan tot brandwonden leiden. Raak
geen elektrische onderdelen of de-
len van het aandrijfsysteem aan ter-
wijl de motor draait.
Spoel nooit een hete
MERK OP
motor. Start de motor altijd voor-
dat u de waterkraan opent. Open de
waterkraan onmiddellijk nadat u de
motor heeft gestart om oververhit-
ting te voorkomen.
Laat de motor 90 seconden stationair
draaien.
Laat de motor nooit
MERK OP
draaien zonder watertoevoer naar
het uitlaatsysteem als de water-
scooter uit het water is.
Controleer of er water uit de jetpomp
stroomt terwijl u spoelt. Raadpleeg
anders een erkende Sea-Doo dealer
voor service.
Laat de motor nooit lan-
MERK OP
ger dan 2 minuten draaien. De pak-
king van de aandrijflijn wordt niet
gekoeld wanneer de waterscooter
uit het water is.
______________
102
Draai de waterkraan dicht, laat de mo-
tor 5 seconden draaien met een toe-
rental van 5.000 RPM en stop de mo-
tor.
Draai de waterkraan al-
MERK OP
tijd dicht voordat u de motor stopt.
Verwijder de snelkop-
MERK OP
pelingadapter na het spoelen (in-
dien gebruikt).
Rijplaat en
waterinlaatrooster
Inspectie van rijplaat en
waterinlaatrooster
Inspecteer de rijplaat en het waterin-
laatrooster van de jetpomp op bescha-
digingen. Laat het beschadigde onder-
deel repareren of vervangen door een
erkende Sea-Doo dealer.
WAARSCHUWING
Het bindsnoer moet altijd uit de
motoruitschakelaar worden geno-
men voordat u het inlaatrooster
gaat inspecteren.
TYPISCH — TE INSPECTEREN PLAATSEN
1. Waterinlaat
2. Rijplaat