7.5.1 Ingangen
Pinbezetting IN1–IN4, zie hoofdstuk 1.2.
<Inputs> kiezen.
Ingang (IN1-IN4) kiezen om de
configureren.
Fabrieksinstellingen voor alle ingangen:
<None>.
Activiteiten kiezen die na de activering
van gekozen ingang worden uitgevoerd.
KEN-TM/KET_TAM-BA-nl-1631
63