3. Protocol definiëren
È
Voorbeeld van de aanduiding:
Standaardprotocol "Wegen"
4. Afdrukken activeren
KEN-TM/KET_TAM-BA-nl-1631
<Printouts> kiezen.
Protocoltype kiezen (bv. drukpatroon
"Wegen"), het invoervenster verschijnt.
De teksten en variabelen invoeren
(variabelenlijst zie hoofdstuk 19) en met
de toets
bevestigen.
ð De variabelen in accolades {x}
schrijven.
ð Elke regel beëindigen met drukken op
"Enter".
ð Na het drukken van
keuzelijst met alle beschikbare
variabelen afgelezen.
ð Door op <Enter> te drukken, wordt
regeleinde ingevoegd.
ð Door op
toetsenbord verborgen/invoervenster
verkleind.
ð Door op
te drukken, wordt de
complete ontwerp van USB-geheugen
opgeslagen.
ð Door op
inhoud van de verwerkingsveld
verwijderd.
<Printouts activation> kiezen.
actief
niet actief
wordt de
te drukken, wordt de
te drukken, wordt de
45