19.2 Variabelen formatteren
De gebruiker heeft de mogelijkheid om te bepalen welke van de numerieke variabelen,
de tekstvariabelen en datums worden afgedrukt of als informatie in het werkgebied van
het scherm verschijnen.
Typen van het formatteren:
Ø
Naar links uitlijnen
Ø
Naar rechts uitlijnen
Ø
Aantal tekens voor afdruk/aflezen
Ø
Aantal decimalen voor numerieke variabelen
Ø
Datum-tijd formaat
Ø
Conversie van numerieke variabelen in de EAN 13 code
Ø
Conversie van numerieke variabelen in de EAN 128 code
Definitie van het formatteren
Alle formaatelementen hebben volgende vorm en bestaan uit de volgende
componenten:
{Nummer van de variabele}
{Nummer van de variabele,Veldbreedte}
{Nummer van de variabele:Tekenssreeks voor formatteren}
{Nummer van de variabele:Veldbreedte:Tekenssreeks voor formatteren}
Nodig om in accoladen schrijven („{" en "}").
Nummer van de variabele, zie hoofdstuk 19.1 "Variabelenlijst"
Component "Uitlijnen"
Het gaat bij het component Uitlijnen om geheel cijfer met de waardeteken waarmee de
gewenste veldbreedte wordt bepaald. Wanneer de componentwaarde Uitlijnen kleiner is
dan de lengte van geformatteerd cijferreeks, wordt het component Uitlijnen genegeerd
en als de veldbreedte wordt de lengte van geformatteerd cijferreeks gebruikt. Bij de
positieve componentwaarde Uitlijnen worden de gegevens geformatteerd in het veld
naar rechts uitgelijnd en bij de negatieve componentwaarde Uitlijnen – naar links. Indien
invultekens nodig zijn, worden de spaties gebruikt. Bij opgeven van het component
Uitlijnen is de komma nodig.
188
KEN-TM/KET_TAM-BA-nl-1631