10.2 Bijzondere instelling voor de toepassing
ð Het symbool
details, zie hoofdstuk 8.2). De bijzondere instellingen toepassing verschijnen.
Automatische optimalisering van de
referentiewaarde
Minimaal gewicht van referentiestuk
Geheugenmodus
Doseren
Controleweging
Tarramodus
Etikettering
Statistiek
Differentiële weging
Functie van de topwaarde
Informatie over opgeslagen weging
102
in de linker onderhoek drukken of het menu opvragen (voor
zie
hoofdstuk 10.2.1
zie
hoofdstuk 10.2.2
zie hoofdstuk 9.1
zie hoofdstuk 9.2
zie hoofdstuk 9.3
zie hoofdstuk 9.4
zie hoofdstuk 9.5
zie hoofdstuk 9.6
zie hoofdstuk 9.7
zie hoofdstuk 9.8
zie hoofdstuk 9.9
KEN-TM/KET_TAM-BA-nl-1631