HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING
Stabiliteit
De stabiliteit van de machine is gebaseerd op twee standen,
namelijk "Voorwaartse stabiliteit" en "Achterwaartse stabili-
teit". De machinestand met de minste VOORWAARTSE stabi-
liteit is afgebeeld in Figuur 4-1., Stand met de minste
voorwaartse stabiliteiten de stand met de minste ACHTER-
WAARTSE stabiliteit is afgebeeld in Figuur 4-2., Stand met de
minste achterwaartse stabiliteit.
OM VOORWAARTS OF ACHTERWAARTS KANTELEN TE VOORKOMEN,
DE MACHINE NIET OVERBELASTEN OF OP EEN HELLENDE ONDER-
GROND GEBRUIKEN.
4-2
4.3
BEDIENING VAN DE MOTOR
Voeding/noodstop
De voedings/noodstopschakelaar zorgt in uitgetrokken stand
(aangezet) voor accuspanning voor alle machinefuncties.
Deze schakelaar moet ingedrukt (uitgezet) worden wanneer
de accu's worden opgeladen en/of wanneer de machine 's
avonds wordt geparkeerd.
OPMERKING: Indien de machine is uitgerust met de optionele
ingebouwde generator, moet de noodstop aan (uit-
getrokken) blijven zodat de accu's automatisch
opgeladen kunnen worden.
Binnen ongeveer 2 seconden nadat de schakelaar is uitge-
trokken, voert de machine een diagnostische controle van de
diverse elektrische circuits uit, en als alles in orde is, piept het
alarm op het platform eenmaal. In deze tijd knipperen de licht-
jes op het indicatorpaneel ook eenmaal om de lampjes te
controleren.
– JLG Hoogwerker –
3122501