Figuur 11
maaidekken verwijderd ter verduidelijking
1. Hefarm
2. Beugel van vloerplaat
Als de afstand zich niet in dit bereik bevindt, pas
deze dan als volgt aan:
A. Draai de aanslagbouten los (Figuur 12).
Figuur 12
1. Aanslagbout
2. Hefarm
B. Draai de contramoer op de cilinder los
(Figuur 13).
Figuur 13
1. Voorste cilinder
C. Verwijder de pen uit het uiteinde van de stang
en draai de gaffel.
3. Speling
3. Speling
2. Contramoer
D. Plaats de pen en controleer de speling. Herhaal
deze procedure indien nodig.
E. Draai de contramoer van de gaffelpen vast.
2. Controleer of de speling tussen elke hefarm en de
aanslagbouten 0,13-1,02 mm bedraagt (Figuur 12).
Als de afstand zich niet in dit bereik bevindt, moet u
de aanslagbouten verstellen om de juiste speling te
verkrijgen.
3. Start de motor, breng de maaidekken omhoog en
controleer of de speling tussen de band aan de
bovenzijde van de slijtbalk op het achterste maaidek
en de bumperband 0,51 tot 2,54 mm bedraagt
(Figuur 14).
1. Slijtbalk
Als de afstand zich niet in dit bereik bevindt, pas de
achterste cilinder dan als volgt aan:
Opmerking: Als de achterste hefarm tijdens
het transport rammelt, kan de speling worden
verminderd.
A. Breng de maaidekken omlaag en draai de
contramoer op de cilinder los (Figuur 15).
1. Achterste cilinder
B. Pak de cilinderstang vlak bij de moer beet met
een tang en een doek en draai aan de stang.
C. Breng de maaidekken omhoog en controleer de
speling. Herhaal deze procedure indien nodig.
D. Draai de contramoer van de gaffelpen vast.
Belangrijk: Als de speling bij de vooraanslagen
of de achterste slijtbalk te klein is, kan er schade
ontstaan aan de hefarmen.
20
Figuur 14
2. Bumperband
Figuur 15
2. Stelmoer