Controlelijst voor dagelijks onderhoud
Kopieer deze pagina ten behoeve van gebruik bij routinecontroles.
Gecontroleerd item
Werking van veiligheidssys-
teem controleren.
Werking van de remmen
controleren.
Motoroliepeil controleren.
Peil van de koelvloeistof
controleren.
Brandstoffilter/waterafschei-
der aftappen.
Luchtfilter, stofkap
en ontluchtingsventiel
controleren.
Controleren of motor
ongewone geluiden maakt.
Radiateur en scherm
controleren op vuil
Controleren op ongewone
geluiden tijdens het gebruik.
Peil van hydraulische
vloeistof controleren.
Hydraulische slangen
en leidingen op schade
controleren.
Controleren op lekkages.
Brandstofpeil controleren.
De bandenspanning
controleren.
Werking van instrumenten
controleren.
Maaihoogte-instelling
controleren.
Alle smeernippels smeren.
Beschadigde lak bijwerken.
1
Controleer de gloeibougie en de spuitmonden van de injector, als de motor moeilijk start, buitensporig veel rook afgeeft of
ongelijkmatig loopt.
2
Onmiddellijk na elke wasbeurt, ongeacht het voorgeschreven interval
Belangrijk: Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Voor week van:
Ma.
Di.
2
2
Wo.
Do.
37
Vr.
Za.
Zo.