Onderhoud
aandrijfsysteem
De tractie-aandrijving afstellen
voor de neutraalstand
Als de machine beweegt wanneer het tractiepedaal in
de neutraalstand staat, moet de afstelnok van de tractie
worden afgesteld.
1. Zet de gashendel naar achteren zodat deze tegen de
sleuf in het bedieningspaneel aan komt.
2. Maak de klem van de gaskabel op de hefboomarm
van de injectiepomp los (Figuur 51).
Figuur 51
1. Hefboomarm van injectiepomp
3. Houd de hefboomarm van de injectiepomp tegen
de regelschroef voor het stationair toerental en zet
de kabelklem vast.
4. Draai de schroeven los waarmee de gashendel is
bevestigd aan het bedieningspaneel.
5. Duw de gashendel helemaal naar voren.
6. Schuif de aanslagplaat tegen de gashendel aan en
draai de schroeven vast waarmee de gashendel is
bevestigd aan het bedieningspaneel
7. Als de gashendel tijdens het gebruik niet in positie
blijft, moet u de borgmoer waarmee de frictieregelaar
op de gashendel wordt vastgezet, aandraaien met een
torsie van 5-6 Nm. De kracht die nodig is om de
gashendel te bedienen, mag maximaal 27 Nm zijn.
Onderhoud koelsysteem
Het koelsysteem van de motor
reinigen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Verwijder dagelijks het vuil van de oliekoeler en de
radiateur. Reinig ze vaker als in vuile omstandigheden
wordt gemaaid.
1. Zet de motor af en open de motorkap. Verwijder
grondig al het vuil dat zich rond het motorgedeelte
bevindt.
2. Verwijder het inspectieluik (Figuur 52).
1. Inspectieluik
2. Oliekoeler
3. Maak de oliekoeler los en kantel deze naar achteren
(Figuur 53). Reinig beide zijden van de oliekoeler en
de omgeving van de radiateur grondig met water of
perslucht. Kantel de oliekoeler weer in positie.
4. Plaats het inspectieluik en sluit de motorkap.
46
Figuur 52
3. Radiateur
Figuur 53