Onderhoud
brandstofsysteem
Onderhoud van de
brandstoftank
Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar—Brandstoftank
aftappen en reinigen.
De tank moet worden afgetapt en gereinigd als het
brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer de machine
voor langere tijd wordt opgeslagen. Gebruik schone
brandstof om de tank uit te spoelen.
Brandstofleidingen en
-verbindingen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks
(houd hierbij de kortste periode aan)
De leidingen en aansluitingen controleren op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
Waterafscheider aftappen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Plaats een schone opvangbak onder het
brandstoffilter.
2. Draai de aftapplug onder de filterbus los (Figuur 49).
2
1
3
Figuur 49
1. Waterafscheider/filterbus
2. Ontluchtingsplug
3. Draai de plug weer vast na het aftappen.
Brandstoffilterbus vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
G009880
3. Aftapventiel
1. Reinig de omgeving van de plaats waar de filterbus
wordt gemonteerd (Figuur 49).
2. Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar deze
wordt gemonteerd.
3. Smeer schone olie op de pakking van de filterbus.
4. Monteer de filterbus met de hand totdat de pakking
contact maakt en draai deze vervolgens nog een
halve slag verder.
Injectors ontluchten
Opmerking: Deze procedure mag uitsluitend worden
toegepast als het brandstofsysteem is ontlucht met
behulp van de normale ontluchtingsprocedures en de
motor niet start; zie Brandstofsysteem ontluchten.
1. Draai de leidingconnector naar spuitmond nr. 1 en
de houder los.
1. Brandstofinjectors
2. Zet de gashendel op Snel.
3. Draai het sleuteltje naar de stand Start en bekijk
hoe de brandstof om de connector stroomt. Draai
het sleuteltje op UIT wanneer u een ononderbroken
straal ziet.
4. Draai de leidingconnector goed vast.
5. Herhaal deze procedure bij de overige verstuivers.
44
Figuur 50