• Een ongeluk kan iedereen overkomen. De meest
voorkomende oorzaken zijn te hoge snelheden,
abrupte bochten, terreinomstandigheden (niet
weten welke hellingen en heuvels veilig kunnen
worden gemaaid), de bestuurdersstoel verlaten
zonder eerst de motor af te zetten en gebruik van
medicijnen die de aandacht verslappen. Capsules
of op recept verkrijgbare geneesmiddelen kunnen
evenals alcohol of drugs slaperigheid veroorzaken.
Blijf waakzaam en zorg voor uw veiligheid. Indien u
dit niet doet, kunt u ernstig letsel oplopen.
• De Sidewinder heeft een overhang van maximaal
33 cm, zodat u dichter langs de rand van zandkuilen
en andere obstakels kunt maaien, terwijl tegelijkertijd
de wielen van de tractor zo ver mogelijk uit buurt
van de rand van kuilen, sloten en vijvers blijven.
• Als u een obstakel tegenkomt, moet u de
maaidekken zo bewegen dat u er gemakkelijk
omheen kunt maaien.
• Als u de machine van het ene maaigebied naar het
andere rijdt, moet u de maaidekken volledig omhoog
brengen, de schuif voor maaien/transport naar links
op transport zetten en de gashendel op Snel zetten.
Maaipatronen
Verander vaak het maaipatroon om te vermijden dat het
maairesultaat onvolmaaktheden vertoont die te wijten
zijn aan herhaald maaien in één richting.
Tegengewicht
Het tegengewichtsysteem oefent hydraulische
tegendruk uit op de liftcilinders van de maaidekken.
Deze tegendruk verplaatst het gewicht van het maaidek
naar de aandrijfwielen van de maaier om de tractie te
verbeteren. De druk van het tegengewicht is standaard
ingesteld voor een optimale balans tussen maairesultaat
en tractie in de meeste omstandigheden. De instelling
van het tegengewicht verlagen kan het maaidek stabieler
maken, maar de tractie verminderen. De instelling
verhogen kan zorgen voor meer tractie, maar resulteren
in problemen met het maairesultaat. Raadpleeg de
onderhoudshandleiding van uw tractie-eenheid voor
instructies om de druk van het tegengewicht aan te
passen.
Problemen met het maairesultaat
oplossen
Raadpleeg de Aftercut Appearance Troubleshooting
Guide (gids voor het oplossen van problemen met het
maairesultaat) op www.Toro.com
Algemene tips voor model 30826
GEVAAR
De hellinghoek waarbij de machine zal omkantelen,
is afhankelijk van een groot aantal factoren. Dit
zijn onder meer: maaiomstandigheden, zoals een
vochtig of oplopend en aflopend gazon, snelheid
(vooral in bochten), de bandenspanning en de
ervaring van de bestuurder.
Bij een hellinghoek van 15 graden of minder is
er weinig risico dat de machine omrolt. Als de
hellinghoek oploopt tot 20 graden (de aanbevolen
maximale hoek), neemt het risico van omrollen in
zekere mate toe. Werk niet op een helling van meer
dan 20 graden, omdat het risico dat de machine
omrolt en de bestuurder ernstig lichamelijk of
dodelijk letsel oploopt, zeer hoog is.
Om te bepalen op welke heuvels of hellingen
u veilig kunt werken, moet het maaigebied
geïnspecteerd worden. Hierbij moet u altijd uw
gezond verstand gebruiken en rekening houden
met de conditie van het gazon en het risico dat de
machine omkantelt. Om vast te stellen op welke
heuvels of hellingen veilig kan worden gewerkt,
moet u de inclinometer gebruiken die wordt
geleverd bij elke machine. Om het maaigebied te
inspecteren, legt u een plank van 1,25 meter op de
helling en meet u de hellinghoek. Met behulp van
een plank van deze afmeting krijgt u een idee van
de gemiddelde hellinghoek, maar hierbij wordt
geen rekening gehouden met kuilen en gaten die
de hellinghoek abrupt kunnen veranderen. De
maximale hellinghoek mag niet meer zijn dan 20
graden.
Doe altijd de veiligheidsgordel om.
• Oefen u in het gebruik van de machine en zorg
ervoor dat u ermee helemaal vertrouwd raakt.
• Start de motor en laat deze op halfgas stationair
lopen om warm te worden. Duw de gashendel
helemaal naar voren, breng de maaidekken omhoog,
zet de parkeerrem vrij, druk het tractiepedaal in om
vooruit te rijden in en rij voorzichtig naar een open
terrein.
• Oefen u in het vooruit- en achteruitrijden en in
starten en stoppen van de machine. Als u wilt
stoppen, neemt u uw voet van het tractiepedaal en
laat u deze terugkeren in de neutraalstand of trapt
u het achteruit-pedaal in. Als u een helling afdaalt,
zult u soms het achteruitpedaal moeten gebruiken
om te stoppen.
33