Probleem
8.
Geen spoellucht bij
indrukken van de
spoelknop
9.
Weinig poederflow of
schokkerige poederflow
E 2014 Nordson Corporation
Mogelijke oorzaak
Defecte pistooldisplaymodule,
pistoolkabel of spoelmagneetklep in
iFlow-module; geen persluchtdruk of
afgeknelde luchtslang
Druk persluchttoevoer te laag
Luchtdrukregelaar te laag ingesteld
Luchttoevoerfilter verstopt of filterbak
vol - watervervuiling of flowregelaar
Flowregelklep verstopt (H24 of H25)
Luchtslang afgekneld of verstopt (H24
of H25)
Pomppijpstuk versleten
Pomp is niet correct in elkaar gezet
Aanzuigbuis verstopt
Toevoer naar trildoos staat uit (alleen
machines met trildoos)
Fluïdisatielucht te hoog ingesteld
Fluïdisatielucht te laag ingesteld
Poederslang verstopt
Poederslang afgekneld
Poederslang te lang
Poederkanaal in pistool verstopt
Verstuivingslucht en transportlucht zijn
verwisseld
Problemen en oplossingen
Actie
Als de displaymodule niet PU weergeeft bij
indrukken van de spoelknop, is de
membraanschakelaar van de module
defect. Vervang de displaymodule.
Als de displaymodule PU toont:
Controleer de spoelluchtslang en de
magneetklep aan het iFlow-verdeelblok.
Verricht de Geleidingstest voor
pistoolkabel op pagina 5‐11.
De toevoerdruk moet hoger zijn dan 5,86
bar (85 psi).
Stel de regelaar voor luchttoevoer zodanig
in dat de druk hoger is dan 5,86 bar (85
psi).
Verwijder de bak en tap water/vuil af.
Vervang het filterelement zo nodig. Maak
het systeem schoon en vervang
onderdelen zo nodig.
Zie onder Reinigen van doseerklep in dit
hoofdstuk.
Controleer of de slangen voor
transportlucht en verstuivingslucht zijn
afgekneld.
Vervang het pomppijpstuk.
Controleer de pomp en zet opnieuw in
elkaar.
Controleer of de aanzuigbuis door
vervuiling of een zak (machine met
trildoos) is geblokkeerd.
Stel de Klantfunctie F01 in op
trildoostoevoer (F01-01). Raadpleeg
Configurieren van besturing op pagina
4-20.
Wanneer de fluïdisatielucht te hoog is
ingesteld, bevat de lucht te weinig poeder.
Wanneer de fluïdisatielucht te laag is
ingesteld, zal de pomp niet met maximaal
rendement functioneren.
Blaas de poederslang door met perslucht.
Controleer de poederslang op afknelling.
Kort de slang in.
Controleer de poederinlaatbuis, het
kniestuk en de elektrodesteun op
inslagversmelting of vervuiling. Reinig de
onderdelen zo nodig met perslucht.
Controleer het traject voor de slangen voor
transport- en verstuivingslucht en corrigeer
eventueel.
5‐7
P/N 7192327_03