Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruik Van Fluïdisatielucht; Poedertoevoer Vanuit Hopper; Poedertoevoer Vanuit Trildoos - Nordson Encore XT Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Encore XT:
Inhoudsopgave

Advertenties

4‐4
Gebruik
Spuitpistool spoelen
Gebruik van fluïdisatielucht

Poedertoevoer vanuit hopper

Poedertoevoer vanuit trildoos

P/N 7192327_03
(vervolg)
OPMERKING: Wanneer de insteltrigger is geconfigureerd voor spoelen, zal
bij omhoog of omlaag drukken van de insteltrigger het pistool worden
gespoeld. Raadpleeg Configureren van besturing op pagina 4‐20 voor
configuratie-instructies.
Spoel het pistool van tijd tot tijd om het poederkanaal binnenin het
spuitpistool schoon te houden. De vereiste duur en frequentie van de
spoeling is afhankelijk van de toepassing.
OPMERKING: De spoellucht reinigt alleen het poederkanaal in het
spuitpistool. Om de poederslang te spoelen moet u deze loshalen bij de
pomp en het pistool, het uiteinde van het pistool in de spuitcabine plaatsen
en deze vanaf de pompzijde met perslucht doorblazen.
Indien de besturing is geconfigureerd voor een poedertoevoerhopper, wordt
bij het inschakelen van de interface ook fluïdisatielucht naar de hopper
gevoerd. Stel de fluïdisatieluchtdruk in op 0,3 - 0,7 bar (5 - 15 psi). De druk
moet juist voldoende zijn om het poeder in de hopper rustig te laten "koken".
De fluïdisatielucht veroorzaakt een volumevergroting van het poeder.
Fluïdiseer het poeder eerst 5 - 10 minuten voordat u gaat spuiten, voor een
gelijkmatige fluïdisatie zonder samenklonteringen.
Wanneer de besturing is geconfigureerd voor trildoostoevoer, schakelt de
fluïdisatielucht in en uit bij het aan/uit triggeren van het pistool.
Stel de fluïdisatieluchtdruk in op 0,3 - 0,7 bar (5 - 15 psi). De druk moet juist
voldoende zijn om het poeder rondom de aanzuigbuis te fluïdiseren. Het
poeder mag niet wild koken of uit de doos spatten.
Wanneer het spuitpistool uit wordt getriggerd, blijft de trilmotor nog
gedurende een configureerbare vertraging aan. Deze vertraging voorkomt
het te snel in/uit schakelen van de motor telkens wanneer u het pistool
aan/uit triggert en verlengt zo de levensduur van de motor. Standaard is de
vertragingstijd 30 seconden.
De trilmotor kan ook worden ingesteld op continue werking. Als u deze
instelling hebt gekozen, druk dan de pistooltrigger in en laat los om de motor
te starten. Zet om de motor uit te zetten de interface in Stand‐by of zet de
besturing uit.
Om het systeem te configureren voor een trildoostoevoer, wijzigt u de
trildoostoevoer vertragingstijd of stelt u de trilmotor in op continue werking;
raadpleeg Configureren van besturing op pagina 4‐20.
E 2014 Nordson Corporation

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave