5. Start de workout.
Zie stap 3 op bladzijde 25.
Tijdens sommige workouts kan een audio coach u
door uw workout leiden.
6. Volg uw vorderingen.
Zie stap 5 op bladzijde 23. Het scherm zal ook
een kaart van het pad waar u op loopt of rent
weergeven.
Tijdens een competitie workout, zal het scherm de
snelheid van de iFit gebruikers en de afstanden die
ze hebben afgelegd aangeven. Het scherm zal ook
het aantal seconden dat de andere iFit gebruikers
op u voor of achter liggen weergeven.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 24.
8. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op bladzijde 24.
9. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 24.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit instelling.
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET APPARAAT TE
GEBRUIKEN
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Steek de sleutel in het bedie-
ningspaneel (zie HOE HET
APPARAAT AAN TE ZETTEN
op bladzijde 21). Kies vervol-
gens het hoofdmenu (zie stap
2 bladzijde 22). Druk dan op de
toets met tandrad symbool in de
buurt van de rechter benedenhoek van het scherm
om het hoofdmenu van de instellingen te kiezen.
2. Kies de instellingen van het apparaat.
Raak in het hoofdmenu van de instellingen, de
toets Equipment Settings (instellingen van het
apparaat) aan.
3. Kies een taal.
Raak, om een taal te kiezen, de toets Language
(taal) aan en kies de gewenste taal. Raak ver-
volgens terug-toets op het scherm aan om
naar de instellingen van het apparaat terug te
gaan. Aandacht: deze functie is mogelijk niet
ingeschakeld.
4. Kies de meeteenheid.
Raak de toets US/Metric (VS/metrisch) aan om de
gekozen meeteenheid te bekijken. Verander desge-
wenst de meeteenheid. Raak daarna de terug-toets
op het scherm aan.
5. Kies een tijdzone.
Raak de toets Timezone (tijdzone) aan. Kies uw
plaatselijke tijdzone zodat het bedieningspaneel uw
lokale tijd aangeeft. Raak daarna de terug-toets op
het scherm aan.
28