HOE EEN STEL-EEN-DOEL-IN WORKOUT TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
ZIE HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 21.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 22.
3. Kies een stel-een-doel-in workout.
Raak de toets Set A Goal (doel instellen) op het
scherm aan om een stel-een-doel-in workout te
kiezen.
Raak de
Calories (calo-
rieën), Time
(tijd), Distance
(afstand), of
Pace (tempo)
toets aan om
een calorie,
tijds-, afstands,
of snelheidsdoel in te stellen. Raak vervolgens de
toename- en afnametoetsen op het scherm aan om
een calorie-, tijds-, afstands-, of snelheidsdoel te
kiezen alsmede de snelheid en hellingstand voor
de workout. Het scherm zal de duur en de afstand
van de workout en het geschatte aantal calorieën
dat u tijdens de workout zult gaan verbranden
weergeven.
4. Start de workout.
Druk op de Starttoets om met de workout te star-
ten. Eventjes nadat u de toets heeft aangeraakt, zal
de loopband beginnen te draaien. Houd de hand-
leuningen vast en begin te lopen.
De workout zal op dezelfde wijze als de handma-
tige instelling werken (zie bladzijde 22).
De workout zal zo doorgaan totdat u het ingestelde
doel bereikt. De loopband zal dan langzaam tot
stilstand komen en er zal een samenvatting van de
workout op het scherm verschijnen. Raak na het
bekijken van de samenvatting van de workout de
toets Finish (beëindigen) aan om naar het hoofd-
menu terug te keren. U kunt ook uw resultaten of
bewaren of weergeven met een van de opties op
het scherm.
Aandacht: het na te streven calorieën doel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de workout zult gaan verbranden. Het
feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt zal
van verschillende factoren, zoals uw gewicht,
afhangen.
5. Volg uw vorderingen.
Zie stap 5 op bladzijde 23.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 24.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op bladzijde 24.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 24.
HOE EEN HARTSLAG WORKOUT TE GEBRUIKEN
Hartslag workouts controleren automatisch de snelheid
en de hellingstand van de loopband om uw hartslag tij-
dens het oefenen bij een na te streven doel te houden.
Aandacht: u moet een borstkas hartslagmonitor gebrui-
ken om een hartslag workout te kunnen gebruiken.
1. Draag de meegeleverde borstkas
hartslagmonitor.
Zie bladzijde 18 voor meer informatie over de
borstkas hartslagmonitor.
2. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 21.
3. Kies een hartslag workout.
Raak het hardlopertje in de linker benedenhoek van
het scherm aan om een hartslag workout te kiezen.
Raak daarna de toets Heart Rate (hartslogmonitor)
op het scherm aan.
Raak vervolgens of het tabblad Performance
(prestatie) of het tabblad Endurance (uithoudings-
vermogen) op het scherm aan.
26