Controles vóór inbedrijfstelling – Brandstofvoorraad controleren, tanken
5.4 Brandstofvoorraad controleren, tanken
Afb. 29
GEVAAR!
Levensgevaar door exploderend gas-lucht-
mengsel!
–
Benzine niet op hete constructiedelen terecht
laten komen.
–
Roken en open vuur zijn verboden.
–
Warmtebronnen, vonken en andere ontste-
kingsbronnen uit de buurt houden.
–
Benzine niet morsen.
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
Voortdurend toezien op het tanken.
–
Verontreinigde brandstof kan tot uitval of
beschadiging van de motor leiden. Indien ver-
eist brandstof ingieten door een zeeffilter.
–
Alleen brandstof met toegelaten specificatie
gebruiken
op pagina 77.
Veiligheidsuitrusting:
1.
Machine beveiligd neerzetten
beveiligd neerzetten" op pagina 67.
2.
Omgeving van de vulopening reinigen.
3.
Deksel eraf nemen en vulstand controleren door zichtcon-
trole.
4.
Indien vereist brandstof door een trechter met zeeffilter bij-
vullen.
5.
Deksel sluiten.
DFP6
Ä Hoofdstuk 8.2.2 "Brandstof"
n
Beschermende werkkleding
n
Werkhandschoenen
Ä Hoofdstuk 6.6 "Machine
53