Voor uw veiligheid – Onderhoudswerkzaamheden
3.9 Onderhoudswerkzaamheden
3.9.1 Inleidende opmerkingen
3.9.2 Werkzaamheden aan de motor
3.9.3 Reinigingswerkzaamheden
3.9.4 Na de onderhoudswerkzaamheden
34
De voorgeschreven bedrijfs-, onderhouds- en instandhoudings-
maatregelen treffen.
Het onderhoud van de machine mag alleen worden uitgevoerd
door gekwalificeerd en door de exploitant geautoriseerd personeel.
Onbevoegde personen op afstand van de machine houden.
Onderhoudswerkzaamheden in principe alleen uitvoeren bij stil-
staande motor en bij uitgetrokken bougiestekker.
Garanderen dat de motor tijdens de onderhoudswerkzaamheden
niet onopzettelijk gestart kan worden.
Motorolie bij bedrijfstemperatuur aflaten - verbrandingsgevaar!
Overgelopen olie afvegen, uitlopende olie opvangen en milieu-
vriendelijk verwerken.
Bij werkzaamheden aan het luchtfilter mag er geen vuil in het lucht-
kanaal vallen.
Niet aan de hete uitlaat werken - verbrandingsgevaar!
Gebruikte filters en andere met olie besmeerde materialen in een
afzonderlijke, speciaal gekenmerkte container bewaren en milieu-
vriendelijk verwerken.
Reinigingswerkzaamheden nooit uitvoeren bij lopende motor.
Vóór reinigingswerkzaamheden de motor laten afkoelen.
Nooit benzine of andere licht ontvlambare stoffen gebruiken voor
de reiniging.
Alle bescherminrichtingen weer aanbrengen.
DFP6