1.- KENMERKEN
1.8.- LEIDINGTEKENINGEN
ST1
Water
intrede
FS
ST2
Water
uittrede
Platenwisselaar
Manometer.
Stromingsschakelaar (optioneel voor standaardsysteem).
Sonde voor inlaatwater (inlaatwaterregulering).
Sonde voor uitlaatwater (antivriesbeveiliging).
Leidingsonde circuit 1 (ontdooiing temperaturur).
Leidingsonde circuit 2 (ontdooiing temperaturur).
6
Carterverhitter.
CH1
Carterverhitter.
CH2
Carterverhitter.
CH3
In- en uitschakelen van de ventilatormotor voor
HPR11
het regelen van de condensatiedruk.
Het regelen van de condensatiedruk. Lage/hoge snelheid.
HPR12
WARMTEPOMP UNITS EAR 1003S TOT EN MET 1303S
Compressor scroll
LP11
LP12
Compressor scroll
Heetgasinjectieklep (optie)
Koeling
LP21
LP22
Compressor scroll
Heetgasinjectieklep (optie)
Koeling
S
HP1
HPR11
HPR12
S
SVR 1
(Elektromagnetische klep)
SV 1
Vloeistofvat
Filterdroger
HP2
HPR21
HPR22
S
SVR 2
(Elektromagnetische klep)
SV 2
Vloeistofvat
Filterdroger
In- en uitschakelen van de ventilatormotor voor
HPR21
het regelen van de condensatiedruk.
Het regelen van de condensatiedruk.
HPR22
Lage/hoge snelheid.
Lagedrukpressostaat koelcyclus circuit 1.
Lagedrukpressostaat verwarmingcyclus circuit 1.
Lagedrukpressostaat koelcyclus circuit 2.
Lagedrukpressostaat verwarmingcyclus circuit 2.
Hogedrukpressostaat circuit 1.
Hogedrukpressostaat circuit 2.
Einde ontdooiing pressostaat circuit 1.
HPD1
Einde ontdooiing pressostaat circuit 2.
HPD2
20
Vier-
wegklep
HPD1
Batterij
HGBP
ST3
(Heetgasomloop Verwarming.
Lage buitentemperatuur -15ºC
Expansieventiel
(optie))
Begrenzer
Retentieklep
Vier-
wegklep
HPD2
Batterij
HGBP
ST6
(Heetgasomloop Verwarming.
Expansieventiel
Lage buitentemperatuur -15ºC
(optie))
Begrenzer
Retentieklep
Ventilator
Ventilator