Inhoudsopgave
Advertenties
1.- KENMERKEN
1.7.- BEVEILIGINGEN
BEVEILIGINGEN IN HET WATERSYSTEEM (units met een Hydraulische of Hydronische module)
These units contain various safety devices, to protect against system damage.
1.- Stromingsschakelaar (optioneel voor standaardsysteem)
Zet de unit uit als deze te weinig water bevat. De unit mag niet in bedrijf zijn als het waterpeil te laag is.
2.- Waterfilter (optioneel voor standaardsysteem)
Het waterfilter zorgt ervoor dat er geen deeltjes in het circuit terecht kunnen komen. De units dienen te zijn
voorzien van een waterfilter.
HET IS NOODZAKELIJK DAT U EEN WATERFILTER IN DE WATERINLAAT VAN DE UNIT PLAATST
3.- Antivriesbeveiliging
Deze beveiliging wordt geactiveerd door de besturing van het systeem.
Hij gaat AAN wanneer de temperatuursonde voor het afvoerwater (ST2), die in de waterwisselaar zit,
een bepaalde temperatuur meet en RESET wanneer de temperatuur van het afvoerwater weer op de ingestelde
waarde is. Zie ook de volgende tabel:
Beveiliging AAN
Beveiliging RESET
Indien de beveiliging wordt geactiveerd, gebeurt er het volgende:
Indien de unit STAND-BY staat: de waterpomp slaat aan, evenals de elektrische verhitter van de verdamper en de
elektrische verhitter van de watertank (indien aanwezig).
SCHAKEL DE STROOM NAAR DE UNIT NIET UIT. ALS DE STROOM IS UITGESCHAKELD, WERKT
DE ANTIVRIESBESCHERMING NIET.
- Indien de unit in de koelstand staat: de elektrische verhitter van de watertank en de elektrische verhitter van de
warmtewisselaar van het water slaan aan en de injectieklep voor heet gas wordt geactiveerd (mits de unit voorzien
is van deze opties).
- Indien de unit in de verwarmingstand staat: de elektrische verhitter van de watertank en de elektrische verhitter
van de warmtewisselaar van het water slaan aan (mits de unit voorzien is van deze opties).
4.- Alarm voor lage watertemperatuur.
Dit alarm wordt geactiveerd wanneer de temperatuursonde van het afvoerwater (ST2) een bepaalde temperatuur
meet, waarna de unit afslaat. Zie ook de volgende tabel:
Alarm AAN
OVERIGE BEVEILIGINGEN
Carterverhitter van de compressor
Deze beveiliging zit rond de compressor en wordt geactiveerd wanneer de compressor afslaat.
Hierdoor blijft de compressorolie op temperatuur, zodat de olie niet door het koelmiddel wordt verdund.
SCHAKEL DE STROOM NAAR DE UNIT NIET UIT. ALS DE STROOM IS UITGESCHAKELD, WERKT
DE CARTERVERHITTER BESCHERMING NIET.
STANDAARD
UNIT MET KIT VOOR LAGE WATERTEMPERATUUR (ºC)
UNIT (ºC)
0ºC
+5ºC
-2ºC
+6ºC
0ºC
STANDAARD
UNIT MET KIT VOOR LAGE WATERTEMPERATUUR (ºC)
UNIT (ºC)
0ºC
+3ºC
-3ºC
16
-5ºC
-10ºC
-7ºC
-12ºC
-5ºC
-10ºC
-5ºC
-10ºC
-8ºC
-13ºC
Advertenties
Inhoudsopgave
