U kunt voor bepaalde instellingen van
het toestel een alternatief kiezen.
De instellingen die u kunt wijzigen, vindt
u in de volgende tabel.
De standaard instellingen worden in de
tabel met een sterretje* aangegeven.
Als u een standaardinstelling wilt wijzi-
gen, gaat u als volgt te werk:
Druk op de toets°.
Op de display verschijnt P 1.
Kies met de pijltoetsen de toestelin-
stellingen die u wilt wijzigen.
Bevestig uw keuze met OK.
Afhankelijk van de gekozen toestelin-
stelling kunt u nu met behulp van de
pijltoetsen waarden invoeren of instel-
lingsopties kiezen.
Als u een instelling niet wilt wijzigen
en naar een andere instelling wilt
gaan, druk dan op de toets OK.
Als u verder geen toestelinstellingen
meer wilt wijzigen, drukt u op de
toets Stop/C.
Deze gewijzigde instellingen blijven
ook na een stroomstoring behouden.
Instellingen toestel wijzigen
47