9.2
Hydraulische slangleidingen
Bij het in bedrijfstellen en tijdens het werk moet de
toestand van de slangleidingen door een vakman
worden gecontroleerd.
Bij de controle vastgestelde fouten meteen opheffen.
Het nakomen van de controle-intervallen wordt door
de eigenaar vastgelegd.
Controle-intervallen
Eerste keer bij het in bedrijfstellen
-
Vervolgens minstens 1x per jaar
-
Controlepunten
Slang op beschadiging controleren (scheuren,
-
insnijdingen, doorgeschuurde plekken)
Slang op broosheid controleren
-
Slang op vervorming controleren (blaasvorming,
-
doorknikken, platdrukken, loslaten van de lagen)
Dichtheid controleren
-
Controleren
of
de
-
gemonteerd
Controleren
of
-
hydrauliekblok is aangesloten
Aansluitblok op beschadiging en vervorming
-
controleren
Op roestvorming tussen aansluitblok en slang
-
controleren
Slangen op toegestane gebruiksduur controleren.
-
9.2.1
Vervangingstermijn
De hydraulische slangleidingen moeten na een
-
gebruiksduur van 6 jaar (inclusief een opslagtijd
van max. 2 jaar) worden vervangen.
9.2.2
Kenmerking
Hydraulische
slangleidingen
gekenmerkt:
Naam van de fabrikant
-
Fabricagedatum
-
Maximaal toegestane dynamische werkdruk
-
Reiniging, onderhoud en reparatie
slangen
vakkundig
de
slang
vast
op
zijn
als
9.2.3
Waar u bij het in- en uitbouwen op
moet letten
Monteer de hydraulische slangleidingen aan de door
de fabrikant voorgeschreven bevestigingspunten,
d.w.z.:
zorg voor een schone werkomgeving
-
De slangen zo aanbrengen, dat in hun natuurlijk
-
verloop
en
gehinderd.
De slangen mogen in bedrijfstoestand door
-
inwerkingen van buitenaf niet op trek, torsie en
opstuiken worden belast.
Geen
kleinere
-
toegestaan.
De slangen niet overschilderen..
zijn
het
volgt
bewegingsvrijheid
niet
buigradius
gebruiken
29
worden
dan