Inhoudsopgave
Advertenties
26
8.
Het inzetten
De Pegasus wordt bij voorkeur met de hefinrichting
van de trekker in zweefstand gereden. Met de
naloopwals wordt de werkdiepte ingesteld.
Tijdens de werkzaamheden beperkt de bediening
zich tot het opheffen en inzetten van de machine op
de kopakker.
F
De
machine
hefstangen en de topstang zo instellen,
dat het frame van de "Pegasus" tijdens
het werk in lengte- en dwarsrichting
evenwijdig aan de grondoppervlakte
blijft!
8.1
Uitschuifbare kantschijven
Voor begin van de werkzaamheden de telescopische
kantschijven door uittrekken in werkstand brengen.
overslag borgpen (Fig. 16/1) verwijderen.
-
pen (Fig. 16/2) er uittrekken.
-
kantschijf naar buiten trekken
-
pen weer insteken en met overslagpen borgen.
-
8.2
Keren op de kopakker
Voor het keren op de kopakker moet de machine
worden opgetild om zijdelingse belasting van de
werktuigen te voorkomen.
a
Bij het maken van scherpe bochten op
de kopakker de machine opheffen!
I
De machine pas inzetten wanneer de
loop van de machine weer met de
werkrichting overeenstemt.
Het inzetten
met
spindels
van
de
Fig. 15
1
Fig. 16
2
Advertenties
Inhoudsopgave
