L Configuratieschakelaar
De ACS 100 kan worden ingesteld met behulp van een configuratie-
schakelaar of via het bedieningspaneel. Bij gebruik van het
bedieningspaneel moet S1 op 0 worden gesteld.
De stand van configuratieschakelaar S1 bepaalt:
•
de nominale frequentie f
•
de acceleratie- en deceleratietijd
•
de I/O-configuratie van digitale ingangen (zie M)
1
0
9
Bij het instellen van S1, stelt u eerst vast welke f
motorfrequentie is en vervolgens selecteert u de gewenste acceleratietijd.
De configuratie van digitale ingangen (DI) hangt af van de nominale
frequentie f
.
nom
Acceleratietijd
f
nom
0 - f
50 Hz
60 Hz
Opmerking! De ACS 100 leest de positie van de configuratieschakelaar
tijdens het inschakelen. Stel S1 nooit in als de ACS 100 ingeschakeld is.
(ingesteld op f
van de motor)
nom
N
Configuratieschakelaar
Stand 0 is de fabriekinstelling.
S1
3
2
4
5
Opmerking! S1 moet op 0 worden gezet
6
8
7
als de ACS 100 wordt ingesteld met een
bedieningspaneel.
de nominale
N
Stand S1
nom
5 s
0
1 s
1
10 s
2
30 s
3
60 s
4
1 s
5
5 s
6
10 s
7
30 s
8
60 s
9
DI-instelling
ABB-standaard
3-draads
11