Vereisten voor warmteafvoer
Zorg dat het bevestigingsvlak in staat is warmteverliezen van het
vermogensgedeelte naar de omgeving te geleiden. De temperatuur van de
bevestigingsplaat mag onder geen enkele voorwaarde hoger worden dan
80 °C.
Onderstaande tabel geeft de vermogensverliezen en minimale
oppervlaktevereisten wanneer het koellichaam bestaat uit plaatstaal van
3 mm dikte die tweezijdig warmte kan afvoeren (max.
omgevingstemperatuur 40 °C). Plaatstaal van 3 mm is slechts een
voorbeeld. Het uitwendige koellichaam kan elke vorm aannemen die voldoet
aan de vereisten voor het bevestigingsvlak en de warmteafvoer.
Type omvormer
ACS 101-H18-1
ACS 101-H25-1
ACS 101-H37-1
ACS 101-H75-1
ACS 101-1H1-1
ACS 101-1H6-1
Mechanische montage
•
Maak het bevestigingsvlak schoon.
•
Breng thermische geleidingspasta aan tussen de ACS 100 en het
bevestigingsvlak.
•
Gebruik M4-bouten, aandraaimoment 1-1,5 Nm.
Vier M4-
bouten
Controleer na de montage of de warmtegeleiding werkt door de temperatuur
(parameter 104) van de ACS 100 te volgen. De warmtegeleiding werkt als
de temperatuur van de ACS 100 onder volle belasting en bij een maximale
omgevingstemperatuur niet meer dan 85 °C bedraagt.
6
Vermogens-
Minimaal oppervlak H x B
verlies (W)
(mm x mm)
7
10
12
13
19
27
150 x 150
180 x 180
200 x 200
210 x 210
250 x 250
300 x 300
Thermische
geleidings-
pasta