3. Selecteer de meest geschikte instelling in de lijst voor de soort
document of afbeelding die u wilt afdrukken.
Wanneer u een voorgedefinieerde instelling kiest, worden andere
instellingen, zoals Printing Mode (Modus), Resolution
(Resolutie), Screen (Scherm) en Color Management
(Kleurenmanagement), automatisch ingesteld. Wijzigingen
worden weergegeven in de lijst met huidige instellingen aan de
linkerkant van het tabblad Basic Settings (Basisinstellingen).
Deze printerdriver biedt de volgende voorgedefinieerde
instellingen:
Automatic (Standard) (Automatisch (standaard))
Geschikt voor normaal afdrukken van met name foto's.
Text/Graph (Tekst/Grafisch)
Geschikt voor het afdrukken van documenten met tekst en
afbeeldingen, zoals presentaties.
Graphic/CAD (Grafisch/CAD)
Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen en grafieken.
Photo (Foto)
Geschikt voor het afdrukken van foto's.
PhotoEnhance4
Geschikt voor het afdrukken van afbeeldingen die zijn gemaakt
met een videocamera, digitale camera of scanner. Met EPSON
PhotoEnhance4 worden het contrast, de verzadiging en de
helderheid van het origineel aangepast voor scherpere afdrukken
met levendigere kleuren. Deze instelling heeft geen invloed op
het origineel.
ICM (niet voor Windows NT 4.0)
ICM staat voor Image Color Matching. worden de kleuren van de
afdruk automatisch aangepast aan de kleuren op het scherm.
Voor Windows
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
63