Schakel de instelling bij Image Optimum (Optimale afb.) in het
menu Printing (Afdruk) op het bedieningspaneel uit als u de
afdrukkwaliteit niet automatisch wilt verminderen om door te
gaan met afdrukken.
U moet mogelijk het printergeheugen uitbreiden om met de
gewenste afdrukkwaliteit te kunnen afdrukken. Zie
"Geheugenmodules" op pagina 416 voor meer informatie over
het toevoegen van geheugen.
Install Fuser (Plaats fixeereenheid)
Er is geen fixeereenheid geïnstalleerd of deze is niet correct
geïnstalleerd. Schakel de printer uit en installeer zo nodig de
fixeereenheid.
Als de eenheid is geïnstalleerd, schakelt u de printer uit en
installeert u de eenheid opnieuw nadat deze is afgekoeld
(30 minuten). Open klep B en D. Verwijder de fixeereenheid en
installeer deze opnieuw. Sluit klep D en B. Het probleem wordt
automatisch opgelost als de fixeereenheid op de juiste manier is
geïnstalleerd.
Als het probleem niet is opgelost, functioneert de fixeereenheid
niet. Vervang de fixeereenheid.
Install LC1 (Plaats Opt1)
De standaardpapierlade is niet geïnstalleerd of niet correct
geïnstalleerd. Installeer de papierlade op de juiste wijze om dit
probleem op te lossen.
Install LC2 (Plaats Opt2)
De papierladen van de optionele papierlade zijn niet geïnstalleerd
of niet correct geïnstalleerd. Installeer de papierladen op de juiste
wijze om dit probleem op te lossen.
314
Probleemoplossing