Voorgedefinieerde instellingen gebruiken
De voorgedefinieerde instellingen zijn bedoeld om de
afdrukinstellingen te optimaliseren voor bepaalde documenten,
zoals presentaties of afbeeldingen gemaakt met een videocamera
of digitale camera.
Volg de onderstaande instructies om de voorgedefinieerde
instellingen te activeren.
1. Klik op de tab Basic Settings (Basisinstellingen).
2. Selecteer het keuzerondje Advanced (Geavanceerd). De
voorgedefinieerde instellingen worden weergegeven in de
lijst rechts van het keuzerondje Automatic (Automatisch).
1
Opmerking:
Dit venster wordt weergegeven in Windows Me, 98 en 95.
62
Voor Windows
2