!7 Paginatoetsen [PAGEs, PAGEt]
Met deze toetsen bladert u door de verschillende pagina's op het venster.
Met de toets [PAGEs] bladert u vooruit naar de volgende pagina en met
[PAGEt] bladert u terug naar de vorige pagina.
Houd de toets ingedrukt om doorlopend door de pagina's te bladeren. Als
u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u op [PAGEs] drukt, schakelt u de
drumvoice uit tijdens afspelen (functie Rhythm Mute).
Als u [SHIFT] ingedrukt houdt terwijl u op [PAGEt] drukt, dan geeft u
de tempo-instelling van de song weer (p. 18).
Achterpaneel
@0
@0 MIDI IN/OUT-aansluiting
Deze aansluitingen worden gebruikt voor de transmissie en de ontvangst
van MIDI-gegevens naar en van externe MIDI-apparaten.
Door externe MIDI-apparaten aan te sluiten, breidt u de functie van de
DTXPRESS uit.
@1 Schakelaar voor demping van invoer
(INPUT ATTENUATION)
Hiermee wordt voor alle trigger-aansluitingen de waarde ingesteld voor
Input Attenuation (1 KICK-6 RIDE). U vermindert de demping door de
schakelaar in de lage stand (L) te zetten. U verhoogt de demping door de
schakelaar in de hoge stand (H) te zetten. Hierdoor stelt u het invoerniveau
af op de specificatie van de pads en de trigger-sensoren die zijn aangeslo-
ten op de DTXPRESS. (p. 10)
@2 Trigger-aansluiting (1 KICK-8HI HAT)
Deze aansluitingen dienen voor de pads en de triggers. Sluit de pads aan
volgens de aanduiding onder de verschillende ingangen. (p. 10) De
DTXPRESS is ook compatibel met de stereo-uitvoerpads.
@3 Trigger-aansluiting (9/10)
Via deze aansluiting wordt een pad aangesloten op de DTXPRESS. De L
van de stereoaansluiting correspondeert met ingang 9 en de R correspon-
deert met ingang 10. Door twee pads via een stereoplug te verbinden, is
invoer van twee triggers mogelijk. Als u over een monoplug beschikt, kan
alleen ingang 9 worden gebruikt.
@1
H
L
@3
@4
Bedieningselementen en functies
!8 Selectietoetsen [SEL<, SEL>]
Met deze toetsen verplaatst u de cursor.
Houd [SHIFT] ingedrukt terwijl u op [SEL>] drukt om naar de functie
Groove Check te gaan (p. 17).
!9 Waardetoetsen (VALUE–, VALUE+)
Hiermee wijzigt u de gegevenswaarde die u met de cursor hebt geselec-
teerd.
Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de waarde doorlopend veranderen.
Houd [VALUE+] ingedrukt en druk op [VALUE–] om de waarde steeds
met 10 te verhogen.
Houd [VALUE–] ingedrukt en druk op [VALUE+] om de waarde steeds
met 10 te verlagen.
@2
@5
@6
@7
@4 Aansluiting hi-hatcontroller (HI HAT CONTROL)
Hierop wordt een hi-hatcontroller aangesloten (p. 10).
*
Gebruik voor de aansluiting van een hi-hatcontroller een kabel met
een stereoplug.
@5 Selectieschakelaar voor host
(HOST SELECT Mac/PC-1/PC-2/MIDI)
Stel de schakelaar in volgens het type computer dat is aangesloten op TO
HOST-aansluiting @6 . Bij gebruik van de MIDI-aansluiting zet u de scha-
kelaar in de stand "MIDI" (p. 12, 26).
@6 TO HOST-aansluiting
Via deze aansluiting wordt een computer met een seriële kabel aangeslo-
ten op de DTXPRESS. Gebruik altijd een kabel die compatibel is met het
type computer dat u gebruikt (p. 26).
@7 OUTPUT-aansluiting (OUTPUT L/MONO, R)
Via deze aansluitingen wordt de DTXPRESS aangesloten op een externe
versterker, een extern mengpaneel, enzovoort. Voor afspelen in
monoweergave gebruikt u de L/MONO-aansluiting. Voor stereoweergave
gebruikt u aansluitingen L en R.
@8 Aansluiting voor netsnoer (DC IN 12V)
Hierop sluit u een netvoedingsadapter aan voor de stroomvoorziening.
Bevestig het snoer aan de snoerhaak @9 om te voorkomen dat de adapter
per ongeluk losraakt.
@9 Snoerhaak
Voorkomt dat het netsnoer per ongeluk losraakt (p. 13).
@8
@9
9