6.9 Sensoren en adapters
Deze functie vergroot het toepassingsbereik van het instrument door gebruik te
maken van externe Nieaf-Smitt sensoren en adapters. De sonde is via RS 232
interface met het instrument verbonden.
Het instrument herkent de verbonden sonde automatisch.
6.9.1 Verlichting
De meting wordt uitgevoerd met sondes van LUX meter type B of LUX meter
type C om lichtsterkte te meten.
Figuur 68 Lichtsterkte
Zie § 5.2.1 - Standaardtesten voo
Testparameters voor lichtsterktemeting
Limiet
Te stopstelling voor lichtsterktemeting
Figuur 69 Aansluiting van LUX-sensor op het instrument
Minimale lichtsterkte [UIT, 0.1 lux ÷ 20.0 klux]
79
Het uitvoeren van testen met de Instaltest XA
r de toetsenfuncties.
Rev 001