In de onderstaande tabel wordt aangegeven welke papiersoorten
u in de boven- en voorinvoer kunt laden en in welke stand de
papierdiktehendel voor elke papiersoort moet worden gezet.
Voor meer informatie over de papierdiktehendel, raadpleegt u
het gedeelte "De papierdiktehendel instellen" op pagina 2-4.
Papiersoort
Gewoon losbladig papier
Doorslagformulieren
(zonder carbonpapier)
2 vellen (origineel + 1 doorslag)
3 vellen (origineel +2 doorslagen)
4 vellen (origineel +3 doorslagen)
5 vellen (origineel +4 doorslagen)
6 vellen (origineel + 5 doorslagen)
Briefkaarten
Enveloppen
Opmerking:
R Als afdrukken vlekkerig zijn, kunt u de afdrukkwaliteit vaak
verbeteren door de papierdiktehendel één stand hoger te zetten.
R Als afdrukken vaag of onvolledig zijn, kunt u de afdrukkwaliteit
vaak verbeteren door de papierdiktehendel één stand lager te zetten.
R Laad geen papier dat beschadigd, omgekruld of gekreukeld is.
Beschikbare
Stand papier-
invoereenheden
diktehendel
Boven- en voor-
-1 of 0
invoer
1
Boven- en voor-
3
invoer
4
5
6
Boven- en voor-
3
invoer
Boveninvoer
4 of 5
Afdrukken op losse vellen
3
3-3