10. Schuif de zijgeleiders naar het midden van de papiergeleider-
brug. Sluit vervolgens de klep van de papiergeleider.
Opmerking:
De printer drukt niet af als de kap open is.
11. Zet de printer aan. Het is soms nodig de printerdriverinstel-
lingen (zie hoofdstuk 4) te controleren en te veranderen.
Wanneer de printer gegevens ontvangt, wordt het papier
geladen en begint de printer automatisch met afdrukken. De
afgedrukte pagina's worden over de papiergeleider naar de
achterzijde van de printer gevoerd.
12. Scheur na het afdrukken het afgedrukte document los aan de
hand van de instructies in het volgende gedeelte. Als de eerste
regel op de pagina te hoog of te laag staat, kunt u de positie
van de vellen aanpassen met de functie voor precisieverplaat-
sing. Zie "De Top-of-form positie (bovenzijde formulier)
instellen" op pagina 2-41.
2-10
Afdrukken op kettingpapier