R Orientation
R Paper Size
R Paper Source
Dialoogvenster Options
R Dithering
R Intensity Control
R Print quality
Nadat u de printerdriverinstellingen hebt gecontroleerd en even-
tueel aangepast, kunt u beginnen met afdrukken op kettingpapier
(zie hoofdstuk 2) of op losse vellen (zie hoofdstuk 3).
Hiermee kunt u een afdrukstand kie-
zen: Portrait (Staand) of Landscape
(Liggend). De afbeelding in het venster
verandert naargelang de stand die u
selecteert.
Hiermee selecteert u het gewenste pa-
pierformaat. Als het gewenste papier-
formaat niet in het venster zichtbaar is,
klikt u op de schuifbalk om de rest van
de lijst te zien. Als het gewenste papier-
formaat niet in de lijst voorkomt, klikt
u op User Defined Size en geeft u een
papierformaat op in het geopende
dialoogvenster.
Hiermee selecteert u de gewenste
papierbron.
U kunt deze optie op Fine laten staan
(de standaardinstelling) of een ander
dither-patroon kiezen, afhankelijk van
het gewenste soort afdruk.
Hiermee kunt u een afdruk helderder
of donkerder maken door de schuif-
balk te verplaatsen.
Selecteer een afdrukkwaliteit in de lijst
Print quality. Een hoge kwaliteitsoptie
geeft meer gedetailleerde afdrukken,
maar de afdruksnelheid ligt lager.
De printersoftware gebruiken
4
4-13