1. Klik op Print Setup (Afdrukinstellingen) of Print (Afdrukken)
in het menu File (Bestand) van de door u gebruikte toepassing.
Het dialoogvenster Print (Afdrukken) of Print Setup (Afdruk-
instellingen) verschijnt. Raadpleeg het gedeelte op "Overzicht
van de printerdriverinstellingen" op pagina 4-12 voor meer
informatie over de instellingen in dit dialoogvenster.
2. Controleer of uw printer geselecteerd is en klik op Printer,
Setup of Options (Opties). (Het kan zijn dat u op twee of meer
van deze knoppen moet klikken.) Het dialoogvenster Options
wordt geopend. Raadpleeg het gedeelte "Overzicht van de
printerdriverinstellingen" op pagina 4-12 voor meer informa-
tie over de instellingen in dit dialoogvenster.
De printersoftware gebruiken
4
4-11