Een effect activeren
Stand
: Activeer het geselecteerde effect terwijl u opneemt of
tijdens de opnamepauzemodus.
Stand
: Activeer het geselecteerde effect en druk vervolgens op
PHOTO
om de foto te maken.
OPMERKINGEN
• Als u een fader gebruikt, wordt deze niet alleen toegepast op het beeld
maar ook op het geluid. Als u een effect gebruikt, wordt het geluid
normaal opgenomen.
• De camcorder onthoudt de laatst gebruikte instelling ook als u het
geselecteerde digitale effect uitschakelt of het opnameprogramma
wijzigt.
• Faders kunt u niet gebruiken als u Video Snapshot-scènes opneemt of
wanneer vooropname geactiveerd is.
Schermgegevens en datacodering
U kunt de meeste schermgegevens in- of uitschakelen.
Door herhaaldelijk op
volgt op het scherm weergegeven.
Stand
,
• Alle gegevens ingeschakeld
• De meeste gegevens zijn
uitgeschakeld*
• Volledige schermweergave** (
Stand
:
• Alle gegevens ingeschakeld
• Alleen de datacodering
• Alle gegevens uitgeschakeld
Stand
:
• Alle gegevens ingeschakeld
• Alleen reguliere gegevens (verwijdert het histogram en
informatiepictogrammen)
• Alle gegevens uitgeschakeld
74
Video
DISP.
te drukken, worden de gegevens als
:
(
)
29)