Wat u wel en niet moet doen
Hoe u de camcorder moet behandelen
Camcorder
Zorg ervoor dat u de volgende voorzorgsmaatregelen neemt om
verzekerd te zijn van een optimaal resultaat.
• Sla uw opnamen regelmatig op een extern apparaat op. Zorg ervoor
dat u uw opnamen kopieert naar een extern apparaat zoals een
computer of digitale videorecorder
backups. Hierdoor behoudt u belangrijke opnamen in geval van schade
en zorgt u voor meer ruimte in het geheugen. Canon kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor verlies van gegevens.
• Houd de camcorder niet vast aan het LCD-paneel. Wees voorzichtig
wanneer u het LCD-paneel sluit. Zwaai niet met de camcorder als u de
polsriem gebruikt. Anders kunt u objecten raken.
• Laat de camcorder niet achter op plaatsen met hoge temperaturen
(zoals in een geparkeerde auto of onder direct zonlicht) of hoge
vochtigheid.
• Gebruik de camcorder niet in de buurt van sterke elektrische of
magnetische velden zoals boven een TV, in de buurt van plasma-TV's of
mobiele telefoons.
• Richt de lens niet op sterke lichtbronnen. Laat de camcorder niet
gericht op een helder onderwerp.
• Gebruik en bewaar de camcorder niet op stoffige of zanderige plaatsen.
De camcorder is niet waterdicht – vermijd daarom ook water, modder of
zout. De camcorder en/of lens kan beschadigd raken als dergelijke
substanties de camcorder binnendringen.
• Let op hitte die door verlichtingsapparatuur wordt afgegeven.
• Demonteer de camcorder niet. Als de camcorder niet naar behoren
werkt, neem dan contact op met een deskundige reparateur.
• Ga voorzichtig met de camcorder om. Stel de camcorder niet bloot aan
schokken of trillingen, omdat hierdoor schade kan ontstaan.
• Als u de camcorder op een statief
bevestigt, let er dan op dat de
bevestigingsschroef van het statief
korter is dan 5,5 mm. Gebruik van
andere statieven kan de camcorder
beschadigen.
(
121)
en maak regelmatig
Overige informatie
5,5 mm
163