Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

nl
11.3

Foutcodes

Code
Storing
E040
Sensor uitgangsdruk in storing
E040.2
Sensor voordruk in storing
E043
Externe gewenste waarde gestoord
E054
Verbindingspartner ontbreekt
E060 *
Uitgangsdruk max.
E061 *
Uitgangsdruk min.
E062
Watergebrek
E065
Stagnatie
E080.1 – E080.4
Pomp 1 ... 4 alarm
54
Oorzaak
Druksensor defect
Geen elektrische verbinding met
sensor
Druksensor defect
Geen elektrische verbinding met
sensor
Geen elektrische verbinding met het
externe station
Storing in de CAN-verbinding tus-
sen regelsysteem en pompen
De uitgangsdruk van de installatie is
(bijv. door een storing van de rege-
laar) gestegen tot boven de inge-
stelde grenswaarde.
De uitgangsdruk van de installatie is
(bijv. door een buisbreuk) gedaald
tot onder de ingestelde grenswaar-
de.
Droogloopbeveiliging is geactiveerd. Controleer de toevoer/breektank.
Te weinig waterafname in de instal-
latie
Overtemperatuur wikkeling (WSK/
PTC)
De motorbeveiliging is geactiveerd
(overstroom of kortsluiting in de
toevoerleiding).
Storingsmelding van de pomp via
NWB (alleen bij SCe)
Storing in de CAN-verbinding tus-
sen regelsysteem en pomp (alleen
bij SCe)
Legenda:
* De storing moet handmatig worden gereset.
Als er een „W" voor het storingsnummer staat, gaat het om een waarschuwing.
LET OP
Foutmeldingen van de vorm Exxx.1 tot Exxx.4 (behalve E040 en E080)
die voorkomen in de uitvoering SCe worden beschreven in de inbouw- en
bedieningsvoorschriften van de pomp.
Neem contact op met de Wilo-klantenservice of de dichtstbijzijnde vertegenwoordiging
als de storing niet verholpen kan worden.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control SC2.0-Booster • Ed.01/2023-09
Oplossing
Vervang de sensor.
Breng de elektrische verbinding tot
stand.
Vervang de sensor.
Breng de elektrische verbinding tot
stand.
Breng de elektrische verbinding tot
stand.
Controleer de kabelverbinding.
Controleer de activering van de af-
sluitweerstanden.
Controleer de werking van de rege-
laar.
Controleer de installatie.
Controleer of de instelwaarde over-
eenkomt met de omstandigheden
ter plaatse.
Controleer de leiding en repareer
deze eventueel.
Pompen starten zelfstandig weer
op.
Verhoog de waterafname om de hy-
giënische omstandigheden te ver-
beteren.
Reinig de koellamellen. Motoren zijn
berekend op een omgevingstempe-
ratuur van +40 °C (zie ook de in-
bouw- en bedieningsvoorschriften
van de pomp).
Controleer de pomp en de toevoer-
leiding (zie inbouw- en bedienings-
voorschriften van de pomp).
Controleer de pomp (zie inbouw- en
bedieningsvoorschriften van de
pomp).
Controleer de kabelverbinding.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave