Fig. 61: Menupunt Communicatie→Alar-
men→Extern alarm 3/3
Fig. 62: Menupunt Communicatie→Alar-
men→Extern pompalarm 1/3
Fig. 63: Menupunt Communicatie→Alar-
men→Extern pompalarm 2/3
Fig. 64: Menupunt Communicatie→Alar-
men→Extern pompalarm 3/3
7.2.2.2 Menu Interactie/communicatie ->
Diagnose en meetwaarden
Fig. 65: Menupunt Communicatie→Diagnose
en meetwaarden
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Control SC2.0-Booster • Ed.01/2023-09
Bij flank „dalend" wordt het foutsignaal geactiveerd als de ingang van het externe alarm geo-
pend is.
Bij flank „stijgend" wordt het foutsignaal geactiveerd als de ingang van het externe alarm ge-
sloten wordt.
Bij het externe pompalarm betreft het een extra alarmingang per pomp.
Het alarm wordt vertraagd geactiveerd als de ingang geopend wordt.
De reactie „Verder" genereert een pompwaarschuwing.
De reactie „Stop" genereert een pompstoring.
De „vertraging" tot het activeren van het alarm kan worden ingesteld.
Alarmbewaking alleen bij een actieve pomp of permanente bewaking van de pomp.
Bij flank „dalend" wordt het foutsignaal geactiveerd als de ingang van het externe alarm geo-
pend is.
Bij flank „stijgend" wordt het foutsignaal geactiveerd als de ingang van het externe alarm ge-
sloten wordt.
De reactie „Verder" genereert een pompwaarschuwing.
De reactie „Stop" genereert een pompstoring.
Informatie over het regelsysteem, toestanden en meetwaarden ter beoordeling van het be-
drijf van de installatie.
nl
39